In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 september 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Guinese minderjarige, in beroep ging tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De staatssecretaris had de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, die bepaalt dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser stelde dat hij minderjarig was en dat hij in Italië als zodanig was geregistreerd, maar had in eerdere registraties in Duitsland en Zwitserland meerderjarige geboortedata opgegeven. De rechtbank overwoog dat eiser zelf twijfel had gezaaid over zijn leeftijd door verschillende geboortedata op te geven en dat hij niet voldoende bewijs had geleverd om zijn minderjarigheid aan te tonen. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had aangenomen dat eiser meerderjarig was en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de eiser om zijn minderjarigheid aan te tonen en de toepassing van de Dublinverordening in asielprocedures.