ECLI:NL:RBDHA:2017:11704
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de schuldsaneringsregeling en aansprakelijkheid voor nieuwe schulden in het kader van de Faillissementswet
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 oktober 2017 uitspraak gedaan in het kader van de schuldsaneringsregeling van de schuldenares, geboren in 1963. De rechtbank heeft de schuldsaneringsregeling verlengd met 24 maanden, nadat was vastgesteld dat de schuldenares nieuwe schulden had laten ontstaan. De bewindvoerder had de rechtbank geïnformeerd over de situatie van de schuldenares, die op 22 september 2017 ter zitting was verschenen, vergezeld van haar advocaat. De rechtbank moest beoordelen of de schuldenares tekort was geschoten in haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling en of deze tekortkomingen aan haar konden worden toegerekend.
De rechtbank constateerde dat de schuldenares twee nieuwe schulden had laten ontstaan: een schuld aan de Belastingsamenwerking Gouwe Rijnmond en een proceskostenveroordeling uit een eerdere procedure. De schuldenares had verklaard dat de schuld aan de Belastingsamenwerking deels was kwijtgescholden en dat zij dit bedrag in termijnen mocht aflossen. De bewindvoerder stelde echter dat de proceskostenveroordeling voor rekening van de schuldenares kwam, omdat zij geen toestemming had gekregen voor het voeren van de procedure die tot deze kosten had geleid.
De rechtbank oordeelde dat de schuldenares niet goed was geïnformeerd over de risico's van het voeren van de procedure zonder toestemming en dat dit niet volledig aan haar kon worden toegerekend. Desondanks vond de rechtbank dat de tekortkomingen van de schuldenares in beginsel een beëindiging van de schuldsaneringsregeling zonder schone lei rechtvaardigden. Uiteindelijk besloot de rechtbank echter om de termijn van de schuldsaneringsregeling te verlengen, zodat de schuldenares de gelegenheid kreeg om haar nieuwe schulden af te lossen. De verlenging gaat in op 13 oktober 2017 en loopt tot en met 13 oktober 2019, of tot zoveel eerder dat de nieuwe schulden zijn afgelost.