Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het vonnis in incident van 16 november 2016;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie;
- het tussenvonnis van 1 maart 2017, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 16 juni 2016 en de daarin genoemde incidentele conclusie houdende exceptie van litispendentie aan de zijde van AD en de conclusie van antwoord in het incident van Tadblik.
3.Het geschil
in de hoofdzaak
in conventiesamengevat - veroordeling van Tadbik tot betaling van € 1.207.627,49, vermeerderd met rente en kosten. AD legt aan haar vordering ten grondslag dat zij materiaal heeft verkocht aan Tadbik, dat zij hiervoor facturen aan Tadbik heeft gestuurd en dat Tadbik een deel van deze facturen onbetaald heeft gelaten.
in conventieen vordert
in reconventiesamengevat -:
- i) een verklaring voor recht dat AD is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens Tadbik en dat AD is gehouden alle schade die hieruit voortvloeit te vergoeden;
- ii) AD te veroordelen tot betaling van € 345.571,51 in het geval wordt geoordeeld dat Tadbik rechtsgeldig kan verrekenen, en subsidiair een bedrag van € 1.553.199,- indien het beroep op verrekening wordt afgewezen, te vermeerderen met rente;
- iii) AD te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
in reconventie.
4.De beoordeling
in incident
Statement of respons” (repliek) van Tadblik.