ECLI:NL:RBDHA:2017:11630
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N. Nobel
- W.J. Don
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de schuldsaneringsregeling na opheffing van faillissement
Op 15 september 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de opheffing van het faillissement van verzoeker, die tevens verzocht om toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoeker had eerder, op 11 juni 2013, faillissement aangevraagd, maar was niet in staat geweest om een minnelijke regeling met zijn schuldeisers te treffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker, ondanks het formele beletsel van artikel 15b van de Faillissementswet, ontvankelijk is in zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Dit besluit is genomen omdat verzoeker in de periode van januari 2014 tot juni 2014 een boedelachterstand had van bijna € 4.000,-, en de curator had aangegeven dat verzoeker mogelijk in aanmerking kwam voor een extra correctie van zijn woonlasten. De rechtbank heeft geoordeeld dat verzoeker te goeder trouw is en dat er geen beletselen zijn voor de toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft het faillissement opgeheven, het salaris van de curator vastgesteld op € 36.122,81 en de faillissementskosten op € 1.444,91. Tevens is de looptijd van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op drie jaar, met ingang van de uitspraakdatum. De rechtbank benoemde mr. W.J. Don tot rechter-commissaris en gaf de bewindvoerder de opdracht om gedurende dertien maanden aan de schuldenaar gerichte brieven en telegrammen te openen.