Op 12 oktober 2017 heeft de Rechtbank Den Haag een echtpaar veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen van 3,5 jaar voor meerdere strafbare feiten, waaronder omkoping van een ambtenaar, valsheid in geschrift, witwassen en mensensmokkel. Het echtpaar runde een zorgbureau dat als een vehikel diende voor frauduleuze activiteiten met zorggelden. Daarnaast heeft het zorgbureau valse documenten verstrekt om Turkse onderdanen te helpen bij het verkrijgen van een verblijfsvergunning. De rechtbank heeft ook de omgekochte ambtenaar veroordeeld tot een taakstraf van 150 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden. De eigenaar van de stichting en voetbalclub kreeg een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk.
De vordering van de officier van justitie betrof de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde, geschat op € 21.115,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat het door de veroordeelde ontvangen bedrag van € 14.106,51 deels als wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 7.053,25, dat de veroordeelde aan de Staat moet betalen. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht en is uitgesproken in een openbare terechtzitting.