Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
Er zijn altijd mogelijkheden voor meer of nader onderzoek. De vraag die gesteld moet worden is, wat de meerwaarde daarvan is. Uit hetgeen tijdens de verhoren van deskundigen naar voren is gekomen, is het maar de vraag of er een DNA profiel verkregen kan worden. Dat het allel 32,2 niet te linken is aan een van de referenten is niet zo vreemd. Het allel komt bij 15% van de bevolking voor. Inmiddels hebben er vele personen in de auto van verdachte gezeten, van deze personen is geen referentieprofiel beschikbaar. Daarnaast is het aangetroffen allel geen bijzonder kenmerk en zegt het gegeven dat het op een slipper en op kleding is aangetroffen niets. Dat er, buiten het delict om, DNA op de kleding terecht is gekomen, is niet vreemd. [A] heeft die dag nog veel gedaan en de verbalisant die als eerste ter plaatse kwam heeft hetzelfde allel.
De rechtbank heeft geluisterd naar de deskundigen over de mogelijkheid om aan de hand van allelen een DNA-profiel op te stellen. Met die informatie, waaronder de door IFS gemailde lijst, is naar het oordeel van de rechtbank niet te verwachten dat met aanvullend onderzoek een DNA-profiel kan worden opgesteld.
Het Openbaar Ministerie is van mening dat de rechtbank alles afwegende op goede gronden tot haar beslissing is gekomen. Een deel van het door u voorgestane nadere onderzoek is op de zitting van 8 en 9 mei jl. uitgebreid aan de orde gekomen. Het Openbaar Ministerie heeft ter zitting gemotiveerd waarom dergelijk onderzoek in het licht van de aanwezigheid van andere bewijsmateriaal en de bewijswaarde die te verwachten valt van dit nadere onderzoek moet leiden tot afwijzing van het verzoek tot nader onderzoek”.