ECLI:NL:RBDHA:2017:11031
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Afghaanse eiser met medische omstandigheden en bedreigingen door de Taliban
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 september 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Afghaanse eiser. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris voldoende rekening had gehouden met de medische omstandigheden van de eiser tijdens het nader gehoor. De eiser had gesteld dat hij bedreigd was door de Taliban en dat hij betrokken was bij een brand in een moskee, maar de rechtbank vond deze verklaringen ongeloofwaardig. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de asielaanvraag ongegrond was, omdat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij persoonlijk te vrezen had voor de Taliban. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep.