ECLI:NL:RBDHA:2017:11027
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid van Duitsland voor behandeling
In deze zaak heeft eiseres, een Somalische vrouw, beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, waarin haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling werd genomen. Eiseres had eerder, in 2014, een asielaanvraag ingediend die was afgewezen omdat zij Nederland had verlaten voordat op de aanvraag was beslist. Op 15 juni 2017 diende zij opnieuw een aanvraag in, mede namens haar twee minderjarige kinderen. De staatssecretaris heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiseres voerde aan dat de eerdere afwijzing niet op de juiste wijze was bekendgemaakt, waardoor deze nog open zou liggen. De rechtbank overwoog dat de bekendmaking van besluiten volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) correct was geschied, en dat Duitsland op basis van het claimakkoord verantwoordelijk was voor de aanvraag. Eiseres heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat Nederland de aanvraag aan zich trok. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 7 september 2017.