Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 juli 2016, met producties 1 tot en met 34;
- de op 7 september 2016 ingekomen akte overlegging producties van Novozymes c.s., met producties 1 tot en met 21;
- de op 20 september 2016 ingekomen akte overlegging producties van DSM, met producties 35 tot en met 52;
- de e-mail van 23 september 2016 van Novozymes c.s. waarin zij bezwaar maakt tegen de producties 39 tot en met 42 van DSM en de e-mail van 25 september 2016 met daarin de reactie van DSM;
- de op 29 september 2016 ingekomen akte overlegging producties van Novozymes c.s., met producties 22 tot en met 26;
- de e-mail van 6 oktober 2016 van Novozymes c.s. met daarin de tussen partijen gemaakte proceskostenafspraak, een aanvulling op productie 22 en een door de voorzieningenrechter als productie 27 aangemerkte productie;
- de mondelinge behandeling van 7 oktober 2016;
- de pleitnota van DSM met uitzondering van de niet-voorgedragen paragrafen 142-143, 146;
- de pleitnota van Novozymes c.s., met uitzondering van de niet-voorgedragen paragrafen 57 (deels) en 58, 111-113 en 122-126.
2.De feiten
‘Enzyme preparation yielding a clean taste’. Het octrooi is blijkens het octrooischrift verleend op 1 januari 2014 op een aanvrage daartoe met nummer WO 2007/060247 van 28 november 2006 onder inroeping van prioriteit op basis van EP 05111392 van datum 28 november 2005 en EP 06113062 van datum 25 april 2006. Het octrooi is gedesigneerd voor meerdere landen, waaronder Nederland, Duitsland en Frankrijk. Tegen EP 808 is oppositie ingesteld bij het EOB door Novozymes en Du Pont Nutrion Biosciences ApS (hierna: Du Pont). De oppositieafdeling van het EOB (hierna: OD) heeft bij mondelinge beslissing van 11 maart 2016 de nietigheidsverweren van Du Pont en Novozymes gepasseerd en het octrooi in stand gehouden conform het derde hulpverzoek. Tegen de beslissing van de OD (waarvan de schriftelijke gronden op 28 april 2016 zijn gegeven) is beroep ingesteld bij de Technische Kamer van Beroep (hierna: TKB) van het EOB. Dit hoger beroep wordt behandeld in een versnelde procedure.
and wherein said dairy product is UHT milk and said lactase is an intracellular produced lactase.
and wherein said dairy product is UHT milk and said lactase is an intracellular produced lactase.
Kluyveromycesand
Bacillus. Kluyveromycesand especially
K. fragilisand
K.lactis,and other yeasts such as those of the genera
Candida, Torulaand
Torulopsisare a common source of yeast enzymes lactases, whereas
B. coagulansor
B circulansare well known sources for bacterial lactases. Several commercial lactase preparations, derived from these organisms are available such as Maxilact® (from
K. lactis,produced by DSM, Deflt, [bedoeld zal zijn: Delft, vzr] The Netherlands). All these lactases are so called neutral lactases since they have a pH optimum between pH = 6 and pH = 8. Several organisms such as
Aspergillus nigerand
Aspergilus oryzaecan produce extracellular lactase, and US patent 5,736,374 describes an example of such lactase, produced by
Aspergillus oryzae.The enzymatic properties of lactases like pH- and temperature optimum vary between species. In general, however, lactases that are excreted show a lower pH-optimum of pH = 3.5 to pH = 5.0; intracellular lactases usually show a higher pH optimum in the region of pH = 6.0 to pH = 7.5, but exceptions on these general rules occur. The choice for a neutral or acidic lactase depends on the pH profile in the application. In applications with neutral pH, neutral lactases are usually preferred; such applications include milk, ice cream, whey, cheese, yoghurt, milk powder etc. Acid lactases are more suited for applications in the acidic range. The appropriate lactase concentration is dependent on the initial lactose concentration, the required degree of hydrolysis, pH, temperature and time of hydrolysis.
K lactisderived lactase is described in WO 02/081673.
e.g.described in Valero et al (2001) Food Chem. 72, 51-58) it will usually also not generate off-flavour in other applications. The UHT-application is therefore a good method to evaluate the quality of lactase preparations regarding their off-flavour potential. Since proteases were held at least partly responsible for the off-flavour formation, efforts have focussed on reducing protease levels of lactase products. We have found, however, that a reduction of protease levels does not lead to complete removal of off-flavour formation in UHT-milk. We have surprisingly found that aryl-sulfatase is a crucial enzyme activity, responsible for off-flavor formation. We have found confirmative evidence by adding aryl-sulfatase to UHT-milk and which resulted in that this single enzyme is capable to mimic the off-flavour often observed in lactase-treated UHT-milk.
p-cresol was also identified as a key off-flavour compound. This compounds has not been described previously among the off-flavour compounds in UHT-milk (Valero et al (2001) Food Chem. 72, 51-58). It can be generated by aryl-sulfatase from its sulfate conjugate that is present is very low amounts (ppb-levels) in milk (V. Lopez, R.C. Lindsay J Agric. Food Chem. (1993), 41, 446-454; M. Killic & R.C. Lindsay, J Dairy Sci (2005) 88, 7-12; M Kilic & R.C. Lindsay J Agric Food Chem (2005) 53, 1707-1712). We have surprisingly found that aryl-sulfatase is an enzyme activity in lactase preparations and responsible for off-flavour formation. We confirmed this by adding aryl-sulfatase to UHT milk and found that this single enzyme is indeed capable to mimic the off-flavour often observed in lactase treated UHT-milk. We subsequently developed a chromatographic process to remove the aryl-sulfatase from the lactase enzyme, which is derived from
K. lactis.We found that the removal of aryl-sulfatase also results in removal of off-flavour formation in UHT-milk, as concluded from trials with taste panels. The aryl-sulfatase levels in the final lactase product are <20 units aryl-sulfatase, preferably <10 units aryl- sulfatase, even more preferably <8 units aryl-sulfatase and most preferably 0 units aryl-sulfatase. The aryl-sulfatase units are defined in example 2 and are normalized for lactase activity expressed in NLU and also defined in example 2). Several purifications routes for lactases have been described (e.g. in WO02/081673), but these purification processes were not directed to remove the aryl-sulfatase. The present results show that aryl-sulfatase and lactase, both derived from
K lactis,have a very similar elution behaviour on ion exchange (Q-sepharose) and hydrophobic interaction (butyl-sepharose) chromatography. Therefore it is expected that the described prior art routes will not result in lactase preparations free from aryl-sulfatase activity.
e.g.molecular biology technologies known to the person skilled in the art, 3) screening and selection of a strain that is a natural low producer or non-producer of aryl-sulfatase activity; 4) addition of an inhibitor of the enzyme. It is
e.g.known that certain classes of aryl-sulfatases are inhibited by phosphate ions.
Activity assay arylsulfatase: Arylsulfatase activity was determined using p-nitrophenylsulfate (obtained from Sigma) as a substrate. For activity measurements, 0.5 ml of substrate solution (20 mM p-nitrophenylsulfate in 100 mM NaPi; buffer pH6.5) was mixed with 0.5 ml sample solution containing the arylsulfatase activity. The solution was incubate [bedoeld zal zijn: incubated, vzr] at 37°C for 3 hours. Than the reaction was stopped by addition of 1.5 ml 0.5M NaOH. The OD at 410 nm was determined (1 cm pathlength) against a blank experiment in which water was added instead of sample solution. As reference, a solution was prepared in which the enzyme was added after the reaction was stopped with NaOH. The OD410 of this reference solution was subtracted from the OD410 determined for the solution in which the enzyme was active for three hours. An aryl sulfatase unit (ASU) is expressed as the change in OD410 *10E6/hr. For liquid products, the aryl sulfatase activity can [bedoeld zal zijn: be, vzr] expressed as the change in OD410 *10E6/hr per ml of product. For solid products, the aryl sulfatase activity can expresses [sic, vzr] as the change in OD410 *10E6/hr per g of product. When the activity of the enzyme of interest is known, the arylsulfatase activity can also be expressed as the as [sic, vzr] the change in OD410 *10E6O/hr per unit of activity of enzyme of interest. Activity assay acid lactase: Acid lactase is incubated during 15 minutes with o-nitrophenyl-beta-D-galacto- pyranoside (Fluka 73660) at pH 4.5 and 37 degrees C to generate o-nitrophenol. The incubation is stopped by adding 10% sodium carbonate. The extinction of the o-nitrophenol generated is measured at a wave length of 420 nm and quantifies acid lactase activity. One acid lactase unit (ALU) is the amount of enzyme that under the test conditions generates 1 micromol of o-nitrophenol per minute.
“The effect of protease contamination in lactase on the flavour of lactose-hydrolyzed milks”. In deze publicatie, die in de oppositieprocedure bekend is als D19, is voor zover hier van belang het volgende opgenomen:
‘Monthly Food Chemical’van september 2003 gepubliceerd overzicht van commercieel beschikbare lactase (β-galactosidase) preparaten. Hieronder is deze publicatie – voor zover van belang – weergegeven. In de eerste kolom is de product naam vermeld, in de tweede kolom de distributeur, in de derde kolom de fabrikant, in de vierde kolom de toepassing. In de bij de in de tweede rij (‘Lactase Y Amano L’) behorende (om layout redenen niet afgebeelde) vijfde kolom (belangrijkste kenmerk) is vermeld
‘from Kluyveromyces lactis’. Dat is ook het geval voor de in de tweede rij genoemde productnaam GODO-YNL.
‘product specification sheet’waarna de OD verwijst (exhibit 2 in D52 / annex 2 bij productie GP2 in dit geding) luidt voor zover hier van belang als volgt:
3.Het geschil
direct ordering systemzelfstandig enkele grote UHT-melkproducenten (één in Spanje en twee in Denemarken) belevert.
‘decision to grant’dateert van 5 december 2013) en DSM ook al in een eerder stadium (bodem)procedures in Duitsland en Frankrijk aanhangig heeft gemaakt. Indien DSM in een eerder stadium in Nederland een VRO-procedure aanhangig had gemaakt, had zij al een definitief oordeel gehad. Gelet op de afwachtende houding van DSM, kan ook in dit stadium van haar gevergd worden dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht.
grounds of appealdie hier als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd, en uit het volgende.
4.De beoordeling
Bevoegdheid
‘decision to grant’van het octrooi dateert van 5 december 2013, dat de eerste levering van Amano aan Novozymes al in 2009 heeft plaatsgevonden en dat DSM Novozymes c.s. nooit heeft gewaarschuwd dat de verhandeling van Lactozym Pure in Nederland (indirect) inbreuk zou maken op EP 808.
‘lactose hydrolysis or dairy processing’. Hierbij is de OD er op basis van cijfers van [C] van uitgegaan dat de ASU/NLU-ratio van Lactase Y Amano L binnen het geclaimde bereik viel en dat deze ratio als een intrinsieke eigenschap van Lactase Y Amano L moest worden beschouwd. Het eerste hulpverzoek houdt volgens de OD geen stand omdat een beperking van conclusie 1 tot melk wordt geanticipeerd door een
‘product specification sheet’van Lactase Y Amano (vgl. 2.9.3). Na verwerping van het (in dit geding niet relevante) tweede hulpverzoek, heeft de OD vervolgens geoordeeld dat het octrooi conform het derde hulpverzoek wel nieuw was, aangezien – als Lactase Y Amano L in de Pokka-fabriek al werd gebruikt voor UHT-melk – dit geen openbaar voorgebruik zou betreffen. (zie 8.2.1.3 en 8.2.1.4 vermeld in 2.9.6). De OD heeft het octrooi ook inventief geacht voor UHT-melk, omdat zij Lactase Y Amano L geen plausibel vertrekpunt achtte voor de inventiviteitstoets (zie 8.3.7 vermeld in 2.9.7) en de OD het octrooi ook overigens inventief achtte (ten opzichte van Mittal zie 8.3.8 en overigens 8.3.8.10, beide opgenomen in 2.9.7).
(process to produce a dairy product (…) wherein said dairy product is UHT milk)werd toegepast. De verklaring van [B] (in dienst van Pokka) bevat ter zake ongerijmdheden, met name op het punt of UHT-melk als uitgangsmateriaal werd gebruikt of dat het Melk-koffie-drankje pas na toevoeging van (goedkopere) gewone melk en andere ingrediënten, waaronder
fresh cream(vgl. 2.9.52.14), en daarmee als geheel een UHT-behandeling onderging. Bovendien rijst de vraag naar de relevantie van deze discussie gegeven de stelling van Novozymes c.s. bij dupliek – DSM heeft zich bij monde van mr. Dijkman in eerste termijn in dezelfde zin uitgelaten – dat het tijdstip waarop de lactase wordt toegevoegd (d.w.z. voor of na hitte behandeling van melk) er niet toe doet, hetgeen ook lijkt te volgen uit paragraaf [0005] van de beschrijvingsinleiding van het octrooi. Het debat is op dit punt onvolledig geweest.
‘we (…) were aware at the time that Pokka used our Lactase Y “Amano” L for degrading lactose in milk that would be used in Pokka’s milk coffee product with a shelf life of 9 months’en dat zij daaruit heeft
afgeleid‘that our product would be used for milk that would be UHT processed in order to obtain such long shelf life’. Dat is echter wat anders dan dat zij daadwerkelijk van Pokka wist dat zij hun product gebruikte voor de lactase-behandeling van UHT-melk. [A] verklaart verder dat
‘we may not have known all details of the entire recipe of Pokka’s milk coffee, and indeed certain details of Pokka’s specific process for making its milk coffee have been redacted’, hetgeen evenzeer duidt op vertrouwelijkheid, ook in de zakelijke relatie tussen Amano en Pokka. [B] ’s verklaring is op dit punt niet to the point: hij verklaart dat
‘Amano knew at the time that we used Amano-Lactase for treating milk (and the other dairy products), because this was made clear to them by my colleagues when inquiring about the Amano-Lactase product’. Hij verklaart evenwel niet dat zij bekend waren met het gegeven dat de lactase zou worden gebruikt voor de hydrolyse van
UHT-melk. Behoudens de besproken en vooralsnog te licht bevonden verklaringen van werknemers van Amano en Pokka is niet anderszins aannemelijk gemaakt dat het productieproces in de Pokka-fabriek openbaar toegankelijk was voor derden.
reëelvertrekpunt te zijn, zoals de rechtbank in de aangehaalde uitspraak ook overwoog. Van de in r.o. 4.8 genoemde publicaties kan zulks evenwel niet worden gezegd. Beide prior art documenten beschrijven geen technisch probleem dat ten minste gerelateerd is aan het technische probleem dat EP 808 oplost, sterker nog, in de publicaties wordt überhaupt geen probleem beschreven. De documenten leren ook niets over UHT melk, laat staan het probleem van het ontstaan van een nare bijsmaak in UHT-melk, noch over smaakkarakteristieken van zuivelproducten of melk in zijn algemeenheid. Dat de OD heeft aangenomen dat een keuze voor D47 of bijlage 2 van D52 als closest prior art is gebaseerd op
ex post facto considerationsis naar voorlopig oordeel dan ook geenszins onbegrijpelijk.
ex post facto considerations. Dat betoog veronderstelt namelijk de pas door het octrooi geopenbaarde kennis dat de ongewenste bijsmaak wordt veroorzaakt door para-cresol (4-methylphenol) in de aanwezigheid van arylsulfatase in lactase preparaten op basis van het gist Kluyveromyces lactis.
zou(
‘would’) zijn gekomen. De leer van Mittal dat
‘lactase preparations used by the dairy industry for hydrolysis’zo
‘pure as possible’moeten zijn, wordt gebezigd in de context van protease-verontreiniging. Mittal bevat geen enkele pointer die de vakman op het spoor zet van een andere verontreiniging zoals die door arylsulfatase. De redenering van Novozymes c.s. dat de vakman, gelet op het in Mittal beschreven risico van protease-verontreiniging in lactases, op de priorieitsdatum op zoek zou gaan naar lactase-preparaten van voldoende zuiverheid en kwaliteit en dan ‘vanzelf’ uit zou komen bij het lactase preparaat van Amano (waarvan de ASU/NLU ratio beweerdelijk lager zou zijn dan 30 en de vakman zou vaststellen dat het probleem van off-flavour zich daar niet zou voordoen), is ingegeven door kennis van de uitvinding. Er waren er op de prioriteitsdatum negen commerciële lactase producten, waarvan twee op basis van het gist Kluyveromyces lactis (vgl. 2.9.2/productie GP7). Hoewel het handboek van Mahony (productie GP4) aangeeft dat lactases van het gist Kluyveromyces Lactis (alleen daarbij doet zich het probleem voor van arylsulfatase-verontreiniging) geschikt zijn voor de hydrolyse van lactose in melk, is het niet zonder meer gegeven dat de vakman daarvoor zou kiezen, laat staan dat hij dan ook nog het preparaat van Amano zou selecteren en zich zou realiseren dat arylsulfatase verantwoordelijk is voor de bijsmaak in lactose-gehydrolyseerde melk en tot de ASU/NLU ratio-limiet zou komen. Dat de vakman langs deze route tot de uitvinding kon
(‘could’)komen, is tussen partijen niet in geschil. Dat is, zoals DSM terecht heeft aangevoerd, echter niet de maatstaf. Noodzakelijk is dat vast komt te staan dat de vakman ook tot de uitvinding zou
(‘would’)zijn gekomen. Dit laatste is in dit geding niet aannemelijk geworden.
‘Dairy application sheet’van Novozymes (productie EP11) kan voorts worden aangenomen dat Novozymes c.s. weet dan wel dat het gezien de omstandigheden duidelijk is dat Lactozym Pure voor die toepassing geschikt en bestemd is.