ECLI:NL:RBDHA:2017:10947

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 augustus 2017
Publicatiedatum
26 september 2017
Zaaknummer
NL 17 6235
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van homoseksuele eiser uit Albanië en de beoordeling van Albanië als veilig land van herkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 augustus 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een homoseksuele man uit Albanië, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, die zijn asielaanvraag op 1 augustus 2017 kennelijk ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting, die plaatsvond in Middelburg, zijn zowel eiser als zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de gemachtigde van de staatssecretaris wel aanwezig was.

De rechtbank heeft in haar overwegingen allereerst de aanwijzing van Albanië als veilig land van herkomst beoordeeld. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin werd vastgesteld dat deze aanwijzing voldoet aan de wettelijke vereisten. De rechtbank oordeelt dat de argumenten van eiser, waaronder de aanwezigheid van homofobie en discriminatie in Albanië, niet voldoende zijn om te concluderen dat Albanië niet veilig is. Eiser had de mogelijkheid om bescherming te vragen bij de autoriteiten, maar had geen aangifte gedaan van de mishandeling door zijn broer, omdat hij dit als zinloos beschouwde.

De rechtbank concludeert dat eiser in zijn dagelijks leven heeft kunnen functioneren en zijn gymnasiumopleiding heeft kunnen afmaken, wat erop wijst dat hij niet in een onveilige situatie verkeerde. De beroepsgronden van eiser worden verworpen en het beroep wordt ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL17.6235

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van

24 augustus 2017 in de zaak tussen

[eiser], eiser

(gemachtigde: mr. Z.M. Alaca),
en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder

(gemachtigde: mr. V.D. Schreuder).

Procesverloop

Bij besluit van 1 augustus 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser kennelijk ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak nr. NL17.6236, plaatsgevonden op 24 augustus 2017. De gemachtigde van eiser is met voorafgaand bericht niet verschenen. Eiser is evenmin verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De rechtbank sluit het onderzoek ter zitting en doet mondeling uitspraak.
2. In geschil is allereerst of Albanië als veilig land van herkomst kon worden aangewezen. Overwogen wordt dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 14 september 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2474) heeft bepaald dat de aanwijzing van Albanië als veilig land van herkomst voldoet aan de wettelijke vereisten. Dat de Belgische Raad van State eerder dat jaar tot een andere conclusie is gekomen, is geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen. Dat een aantal Albanezen in België een asielvergunning heeft gekregen, kan niet leiden tot de conclusie dat Albanië geen veilig land van herkomst is: ook na een aanwijzing kan een asielzoeker uit het betreffende land immers aannemelijk maken dat dat land voor hem niet veilig is. Ook de door eiser genoemde landeninformatie – rapportage van EASO uit 2016 – kan niet tot een ander oordeel leiden. Dat er sprake is van homofobie en discriminatie in Albanië, neemt niet weg dat de autoriteiten in Albanië bescherming kunnen bieden als daarom gevraagd wordt.
3. Vervolgens staat ter beoordeling of Albanië ten aanzien van eiser wel kan worden aangemerkt als een veilig land. Eiser heeft aangevoerd dat hij als homoseksueel vaak beledigd en gediscrimineerd werd en dat zijn broer hem heeft mishandeld. Eiser heeft geen aangifte gedaan omdat hij zegt dat aangifte bij voorbaat zinloos is. Uit de door eiser en verweerder aangehaalde landeninformatie komt niet naar voren dat de autoriteiten niet bereid zijn om desgevraagd bescherming te bieden en onwillig zijn om een aangifte in behandeling te nemen. Voorts wordt overwogen dat verweerder terecht heeft tegengeworpen dat eiser zijn gymnasiumopleiding heeft kunnen afmaken. Eiser heeft kunnen functioneren in het dagelijks leven en zijn bestaan werd niet onmogelijk gemaakt.
4. De beroepsgronden van eiser treffen geen doel. Het beroep is ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. S. van der Hell, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 24 augustus 2017.
griffier
rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen een week na de dag van verzending van het proces-verbaal daarvan of na de dag van plaatsing daarvan in het digitale dossier hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.