ECLI:NL:RBDHA:2017:10945

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 augustus 2017
Publicatiedatum
26 september 2017
Zaaknummer
NL17.5018
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardig relaas en onvoldoende onderbouwing van risico's bij terugkeer naar Nigeria

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 augustus 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Nigeriaanse vrouw, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de asielaanvraag ongegrond was, omdat het relaas van eiseres ongeloofwaardig werd geacht. Eiseres had gesteld dat zij in Nigeria was blootgesteld aan mensenhandel en vreesde voor haar leven bij terugkeer, maar de rechtbank vond de vermoedens over wat haar zou kunnen overkomen niet aannemelijk. De rechtbank volgde het standpunt van de staatssecretaris dat eiseres geen bescherming had gezocht bij de Italiaanse autoriteiten na haar ontsnapping uit de prostitutie en dat zij vaag had verklaard over haar situatie. Bovendien werd de vrees voor besnijdenis in Nigeria niet onderbouwd, aangezien de rechtbank opmerkte dat besnijdenis wettelijk verboden is en het aantal besneden vrouwen afneemt. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet had aangetoond dat zij een reëel risico liep op besnijdenis of andere problemen bij terugkeer naar Nigeria. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL17.5018

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 augustus 2017 in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

(gemachtigde: mr. K. Wijnmalen),
en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder

(gemachtigde: mr. C.H.H.P.M. Kelderman).

ProcesverloopBij besluit van 12 juli 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 augustus 2017. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. drs. E.W.B. van Twist, als waarnemer van haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres is van Burger van Nigeria. Zij is geboren op [geboortedatum]. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij deel uitmaakte van een dansgroep in Nigeria en onder voorwendselen bij [mensenhandelaar] (een mensenhandelaar) in de auto is gestapt. Nadat zij alcohol kreeg te drinken en werd behandeld door een voodoopriester, is eiseres meegenomen naar Europa. In Italië werd zij gedwongen in de prostitutie te werken omdat zij [mensenhandelaar] geld verschuldigd was. Met hulp van een klant wist zij te ontkomen. Bij terugkeer naar haar land vreest zij te worden vermoord door [mensenhandelaar], haar mannen, of de voodoopriester. Van haar moeder heeft zij vernomen dat enkele keren mannen langs zijn gekomen die haar vertelden dat eiseres was weggelopen en dat zij moest betalen aan [mensenhandelaar]. Bovendien vreest eiseres bij terugkeer dat zij wordt besneden.
2. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de gestelde identiteit, herkomst en nationaliteit geloofwaardig zijn. Ook het relaas over het vrijwillig instappen in de auto bij [mensenhandelaar], de voodoorituelen en het meevoeren van eiseres naar Italië door [mensenhandelaar], acht verweerder geloofwaardig. Verweerder acht de vermoedens van eiseres over wat haar kan gebeuren bij terugkeer naar Nigeria niet aannemelijk. Hij concludeert daarom dat de asielaanvraag ongegrond is.
3. Wat eiseres daartegen in beroep heeft aangevoerd, wordt hierna bij de beoordeling betrokken.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Gelet op de beroepsgronden is in geschil of verweerder terecht tot de conclusie is gekomen dat eiseres haar vrees bij terugkeer naar Nigeria voor problemen met de mensenhandelaar, haar mannen, of de voodoopriester niet aannemelijk heeft gemaakt.
5. Verweerder baseert zijn standpunt daarover onder meer op het volgende. Verweerder werpt tegen dat eiseres geen bescherming heeft gezocht en geen aangifte heeft gedaan bij de Italiaanse autoriteiten nadat zij met hulp van een klant uit het bordeel was ontkomen. Eiseres heeft over de vraag waarom zij geen contact heeft gezocht met de Italiaanse autoriteiten wisselende verklaringen afgelegd. Ook heeft eiseres volgens verweerder vaag en summier verklaard omtrent de verblijfplaats van [mensenhandelaar] en heeft zij zelf verklaard dat zij na haar vertrek uit Italië geen contact meer heeft gehad dan wel niets meer heeft gehoord van [mensenhandelaar]. Eiseres heeft volgens verweerder niet aannemelijk gemaakt dat zij nog een schuld heeft bij [mensenhandelaar]. Dat er meermalen mannen in Nigeria bij haar moeder aan de deur zouden zijn geweest in verband met de schuld aan [mensenhandelaar], is volgens verweerder evenmin aannemelijk gemaakt nu eiseres ook daarover vage en summiere verklaringen heeft afgelegd.
6. De rechtbank volgt het standpunt van verweerder. Eiseres heeft geen heldere uitleg kunnen verschaffen waarom zij geen bescherming heeft gezocht bij de Italiaanse autoriteiten. Dat verweerder tijdens de gehoren niet letterlijk de vraag heeft gesteld of eiseres aangifte heeft gedaan, is onvoldoende om dit te weerleggen. Eiseres is wel gevraagd of zij contact heeft gezocht met de Italiaanse autoriteiten. Bovendien is daarmee niet verklaard hoe het kan dat eiseres vaag en wisselend heeft verklaard over de reden waarom zij geen contact heeft gezocht met de Italiaanse autoriteiten. Als er hard bewijs ontbreekt van de gestelde benarde omstandigheden in Italië, mag van eiseres worden verwacht dat zij daarover heldere en overtuigende verklaringen aflegt. Datzelfde geldt voor de gestelde bezoeken van de mannen van [mensenhandelaar] aan haar moeder, de gestelde vrees voor de voodoopriester en de vraag hoe het zit met de schuld die zij nog zou hebben aan [mensenhandelaar]. Dat het een feit van algemene bekendheid zou zijn dat gedwongen prostitutie een gevolg is van het ontstaan van schulden door illegale immigratie en dat de schuld wordt ‘opgerekt’ om de slachtoffers ‘aan het werk te houden’, zoals in beroep is aangevoerd en ter zitting nader is toegelicht, is niet onderbouwd met stukken.
7. Vervolgens staat ter beoordeling of verweerder terecht het standpunt heeft ingenomen dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij een reëel risico loopt op besnijdenis in haar land van herkomst. Verweerder heeft in het bestreden besluit en het daaraan voorafgaande voornemen uitvoerig uiteengezet, onder verwijzing naar informatie uit onder meer het algemeen ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken over Nigeria van 10 augustus 2015, dat besnijdenis in Nigeria wettelijk verboden is, dat het aantal besneden vrouwen in Nigeria afneemt en dat besnijdenis veelal plaatsvindt op zeer jonge leeftijd. Verweerder heeft er terecht op gewezen dat eiseres niet heeft kunnen uitleggen waarom haar zussen wel besneden zijn en zijzelf niet. Verweerder heeft er voorts terecht op gewezen dat uit de verklaringen van eiseres niet naar voren komt dat zij in het verleden problemen heeft ondervonden vanwege het feit dat zij niet besneden is. Eiseres heeft daar in beroep slechts tegenovergesteld dat zij wél voor besnijdenis heeft te vrezen omdat in Nigeria besnijdenis in de praktijk bij (volwassen) vrouwen nog steeds voorkomt. Deze beroepsgrond kan daarom geen doel treffen.
8. De asielaanvraag van eiseres is terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van S.A.K. Kurvink, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 augustus 2017.
griffier
rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Rechtsmiddel