ECLI:NL:RBDHA:2017:10932
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en beoordeling van relevante elementen in het asielrelaas van eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 september 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Afghaanse nationaliteit, had op 8 oktober 2016 een asielaanvraag ingediend na een incident in de moskee waar hij werkte. Verweerder, de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, had de aanvraag afgewezen en stelde dat de problemen van eiser met de Mulla niet geloofwaardig waren. Eiser was het niet eens met deze afwijzing en voerde aan dat verweerder belangrijke gebeurtenissen voorafgaand aan de brand in de moskee niet had meegenomen in de beoordeling van zijn asielverzoek.
De rechtbank oordeelde dat eiser een consistent en gedetailleerd verhaal had gepresenteerd en dat verweerder ten onrechte de gebeurtenissen van vierenhalve maand voor de brand niet als relevant had aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat er wel degelijk een verband was tussen deze gebeurtenissen en de daaropvolgende problemen die eiser ondervond. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van verweerder en droeg hem op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de relevante elementen opnieuw in de beoordeling betrokken moesten worden. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 990,-.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van alle relevante feiten en omstandigheden in asielprocedures, en dat de geloofwaardigheid van het asielrelaas in samenhang moet worden beoordeeld.