In deze civiele zaak, uitgesproken door de Rechtbank Den Haag op 20 september 2017, staat de vordering van RCV Technical Solutions B.V. (RCV TS) centraal. RCV TS, eiseres in conventie en verweerster in reconventie, heeft Draaddata B.V. (Draaddata) aangeklaagd voor betaling van een factuur van € 30.492,--, die voortvloeit uit een overeenkomst voor de uitvoering van een opdracht voor HTM. De partijen hebben in 2015 afspraken gemaakt over de uitvoering van deze opdracht, maar Draaddata heeft de factuur niet betaald. RCV TS vordert daarnaast de afgifte van een meetmachine, waarvan zij stelt dat deze in haar eigendom toebehoort. Draaddata betwist de betalingsverplichting en stelt dat RCV TS haar verplichtingen niet is nagekomen. Tijdens de procedure hebben partijen een schikking bereikt met betrekking tot de reconventionele vordering van Draaddata.
De rechtbank heeft vastgesteld dat RCV TS recht heeft op betaling van het gevorderde bedrag, omdat de overeenkomst tussen partijen duidelijk was en Draaddata niet heeft aangetoond dat er geen betalingsverplichting bestond. De rechtbank heeft de vordering tot afgifte van de meetmachine afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat RCV TS de eigenaar is van de meetmachine. De rechtbank heeft ook de subsidiaire vordering tot vergoeding van de waarde van de onderdelen van de meetmachine afgewezen, omdat deze onderdelen in eigendom toebehoren aan Draaddata. De rechtbank heeft de beslagkosten en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen aan RCV TS, maar heeft bepaald dat elke partij zijn eigen proceskosten draagt.