ECLI:NL:RBDHA:2017:10638

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 september 2017
Publicatiedatum
18 september 2017
Zaaknummer
C/09/16/302 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging schuldsaneringsregeling wegens onvoldoende sollicitatie-inspanningen en informatieplicht

Op 18 september 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een schuldenaar die onder de schuldsaneringsregeling viel. De schuldenaar was eerder, op 27 juni 2016, in de schuldsaneringsregeling geplaatst, waarbij mr. D. Nobel was benoemd tot rechter-commissaris en mr. P.A. Loeff als bewindvoerder. De rechter-commissaris heeft op 18 juli 2017 een verzoek ingediend tot voortijdige beëindiging van de schuldsaneringsregeling, omdat de schuldenaar niet voldeed aan zijn verplichtingen. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 september 2017 werd duidelijk dat de schuldenaar niet tijdig en volledig informatie had verstrekt aan de bewindvoerder en nauwelijks had gesolliciteerd. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar niet had aangetoond dat hij door psychische problemen niet in staat was om sollicitaties te doen. De verklaring van zijn psycholoog was onvoldoende om zijn situatie te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de schuldenaar zijn verplichtingen niet nakwam en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. De rechtbank heeft daarom de schuldsaneringsregeling beëindigd en het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op € 2.141,58, voor zover het boedelactief dit toelaat.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies – enkelvoudige kamer
Vonnis van 18 september 2017
in de schuldsaneringsregeling van:
[schuldenaar],geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [straatnaam en huisnummer], [postcode en woonplaats].
[schuldenaar] zal hierna worden aangeduid als ‘schuldenaar’.

1.Verloop van de procedure

1.1
Ten aanzien van schuldenaar is bij vonnis van 27 juni 2016 de schuldsaneringsregeling uitgesproken, met benoeming van, laatstelijk, mr. D. Nobel tot rechter-commissaris. Mr. P.A. Loeff (Advocatenkantoor Loeff), kantoorhoudende te Zwijndrecht, is benoemd tot bewindvoerder.
1.2
Op 18 juli 2017 heeft de rechter-commissaris een voordracht gedaan strekkende tot voortijdige beëindiging van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in artikel 350 van de Faillissementswet (Fw).
1.3
Bij brief van 16 augustus 2017 met bijlagen heeft de bewindvoerder de laatste stand van zaken gemeld.
1.4
De mondelinge behandeling van de voordracht heeft plaatsgevonden op 4 september 2017. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
- schuldenaar,
- de bewindvoerder.
1.5
De rechtbank heeft hierna vonnis bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1
Van personen ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling van toepassing is, mag worden verwacht dat zij zich tot het uiterste inspannen om te voldoen aan de daaraan verbonden verplichtingen en dat zij de uitvoering van de regeling door doen of nalaten ook niet anderszins belemmeren dan wel frustreren. Niet nakoming van één of meer van deze verplichtingen kan leiden tot een voortijdige beëindiging van de regeling.
2.2
De waarnemend rechter-commissaris heeft haar voordracht gegrond op de volgende feiten en omstandigheden. Schuldenaar voldoet niet aan zijn informatieverplichting nu hij de bewindvoerder niet tijdig, volledig en/of spontaan informeert. Er ontbreken diverse specificaties ter zake de inkomsten en/of uitgaven van schuldenaar. Daarnaast voldoet schuldenaar niet aan zijn inspanningsverplichting. Schuldenaar heeft sinds de aanvang van de schuldsaneringsregeling enkel in maanden december 2016 en januari 2017 aantoonbaar gesolliciteerd en heeft de overige maanden geen sollicitatiebewijzen, waaronder de sollicitatiebrieven, de vacatures, ontvangstbevestigingen en reacties, overgelegd.
2.3
Ter beoordeling staat of deze verwijten gegrond zijn en zo ja, of dit moet leiden tot de beëindiging van de schuldsaneringsregeling die de waarnemend rechter-commissaris heeft verzocht. De rechtbank oordeelt als volgt.
2.4
Op elke schuldenaar die niet fulltime werkt, rust de plicht aantoonbaar te
solliciteren naar betaald werk, tenzij de schuldenaar door de rechter-commissaris
van die inspanningsplicht is vrijgesteld. Schuldenaar ontvangt een uitkering op
grond van de Participatiewet en is niet door de rechter-commissaris vrijgesteld
van de inspanningsplicht. Overigens heeft de gemeente hem in het kader van voormelde uitkering ook niet vrijgesteld van de participatie-/sollicitatieplicht. Desondanks heeft schuldenaar nauwelijks (aantoonbaar) gesolliciteerd. Hierdoor heeft hij zijn schuldeisers ernstig benadeeld. De verklaring van schuldenaar dat hij psychische problemen heeft, maakt dat niet anders. Het is begrijpelijk dat het overlijden van naaste familieleden een grote impact op zijn leven heeft en dat hij daardoor in een rouwproces zit, maar dat hij daardoor zelfs niet in staat is sollicitatiebrieven te schrijven, heeft hij niet met een medische verklaring aangetoond. De enkele verklaring van zijn behandelend psycholoog d.d. 3 februari 2017 is daarvoor onvoldoende. Daarin staat namelijk dat schuldenaar elf keer voor behandeling is geweest en therapietrouw is; hieruit blijkt geen volledige arbeidsongeschiktheid.
2.5
Schuldenaar wekt daarnaast niet de indruk dat hij begrijpt dat van hem, jegens zijn
schuldeisers, een maximale inspanning wordt vereist. Hij heeft de rechtbank er
niet van weten te overtuigen dat hij op korte termijn een andere, saneringsgezinde
houding zal aannemen en, zolang hij niet door de rechter-commissaris is
vrijgesteld, werk gaat maken van sollicitaties.
2.6
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voordracht van de
waarnemend rechter-commissaris moet worden toegewezen en de onderhavige schuldsaneringsregeling moet worden beëindigd. Van bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten leiden, is de rechtbank niet gebleken.
2.7
De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder en het bedrag van de door deze gemaakte kosten vaststellen. Het is de rechtbank gebleken dat er geen baten beschikbaar zijn om vorderingen geheel of gedeeltelijk te voldoen, zodat verificatie van vorderingen en het opmaken van een uitdelingslijst achterwege blijft.

3.De beslissing:

De rechtbank:
- beëindigt de toepassing van de schuldsaneringsregeling van [schuldenaar], voornoemd;
- stelt de vergoeding van de bewindvoerder vast op € 2.141,58 (inclusief de verschuldigde omzetbelasting), voor zover het boedelactief dit toelaat.
Gewezen door mr. M.M.F. Holtrop en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 september 2017 in aanwezigheid van R. Becker, griffier.
Tegen deze uitspraak kan degene, aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat binnen acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof te Den Haag.