ECLI:NL:RBDHA:2017:10170

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 mei 2017
Publicatiedatum
7 september 2017
Zaaknummer
5913807 RP VERZ 17-50241
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot vernietiging ontslag en vaststelling overgang onderneming

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2017 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] tegen Roadflow B.V. en Roadflow Traffic B.V. [verzoeker] verzocht om het ontslag te vernietigen en om doorbetaling van salaris en vakantiegeld. De curator van Roadflow B.V. heeft zich op het standpunt gesteld dat het verzoek niet-ontvankelijk is, terwijl Roadflow Traffic betwistte dat er sprake was van een overgang van onderneming. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoeker] in dienst was bij Roadflow B.V. en dat zijn arbeidsovereenkomst per 1 april 2017 zou eindigen. De curator heeft de arbeidsovereenkomsten van alle medewerkers opgezegd na het faillissement van Roadflow B.V. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen sprake was van een overgang van onderneming, omdat Roadflow Traffic niet verantwoordelijk was voor de verplichtingen van Roadflow B.V. en dat het verzoek van [verzoeker] om het ontslag te vernietigen daarom werd afgewezen. Tevens is [verzoeker] veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Rechtbank ‘s-Gravenhage

zittingsplaats 's-Gravenhage
FJ
Zaaknr.: 5913807 RP VERZ 17-50241
Uitspraakdatum: 31 mei 2017
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
gemachtigde: mr. M.A. Knobben,
verzoekende partij,
tegen
1.
[curator]in haar hoedanigheid van curator van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Roadflow B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Voorburg,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Roadflow Traffic B.V.,
gevestigd te Wassenaar,
gemachtigde: [CS] ,
verwerende partijen.
Partijen worden verder aangeduid als ‘ [verzoeker] ’, ‘de curator’ en ‘Roadflow Traffic’.

1.Het procesverloop

1.1.
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- het verzoekschrift van [verzoeker] , ingekomen ter griffie op 20 april 2017;
- het verweerschrift van de zijde van Roadflow Traffic.
1.2.
Op 10 mei 2017 heeft de mondelinge behandeling van het verzoek plaats gevonden. Verschenen zijn [verzoeker] in persoon, bijgestaan door mr. Knobben, namens de curator mevrouw mr. L.A. van Walree- Brascamp en namens Roadflow Traffic [CS] . Van het verhandelde ter zitting zijn door de griffier aantekeningen gemaakt die zich in het procesdossier bevinden.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] is op [2017] in dienst getreden van Roadflow B.V. (hierna: Roadflow) op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van
23 maanden in de functie van [functie] , tegen een salaris van € [xx] bruto per maand.
2.2.
Per - niet-ondertekende - brief van 28 februari 2017 heeft Roadflow B.V. [verzoeker] voor zover thans van belang het volgende bericht:
“Hierbij bevestig ik dat jouw tijdelijke dienstverband niet zal worden verlengd. Jouw arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met Roadflow B.V. zal daarom per 1 april 2017 van rechtswege komen te eindigen. (…)”
2.3
In het verstekvonnis van de kantonrechter van deze rechtbank van 11 april 2017, bekend onder rolnummer 5879803 RL EXPL 17-8891 (hierna: het verstekvonnis), is voor recht verklaard:
“(…) dat de overgang van de bedrijfsactiviteiten van Roadflow B.V. naar Roadflow Traffic B.V. met ingang van 1 april 2017 dient te worden beschouwd als een overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 e.v. BW en dat daarmee de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] met Roadflow B.V., inclusief alle rechten en verplichtingen, is overgegaan van Roadflow B.V. naar Roadflow Traffic B.V. (…)”en is Roadflow veroordeeld tot (door-)betaling van loon c.a.
2.4
Op 11 april 2017 is het faillissement van Roadflow uitgesproken en is [curator] benoemd tot curator in het faillissement.
2.5
De curator heeft de arbeidsovereenkomsten van alle medewerkers van Roadflow B.V., waaronder de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] , opgezegd.

3.Het verzoek

3.1
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primairhet ontslag te vernietigen, en Roadflow en/of Roadflow Traffic te veroordelen tot doorbetaling van salaris en vakantiegeld tot het moment dat het dienstverband rechtsgeldig is geëindigd;
subsidiairRoadflow en/of Roadflow Traffic te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van een billijke vergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, de transitievergoeding en een schadevergoeding wegens een tekortkoming in de nakoming van de arbeidsovereenkomst;
een en ander met veroordeling van Roadflow en/of Roadflow Traffic in de kosten van de procedure, inclusief de kosten van de gemachtigde van [verzoeker] .
[verzoeker] heeft ook verzocht om op grond van artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een voorlopige voorziening te treffen die inhoudt dat [verzoeker] wordt toegelaten tot de bedongen arbeid bij Roadflow Traffic op straffe van verbeurte van dwangsommen en dat Roadflow Traffic wordt veroordeeld tot betaling van het loon c.a.
3.2
Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort weergegeven – dat de brief van Roadflow van 28 februari 2017 moet worden opgevat als een tussentijdse opzegging van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Omdat geen sprake is van een dringende reden die ontslag op staande voet rechtvaardigt, heeft Roadflow en/of Roadflow Traffic ten onrechte de formaliteiten ten aanzien van ontslag niet in acht genomen. Dat is ernstig verwijtbaar handelen wat een billijke vergoeding rechtvaardigt. [verzoeker] acht een bedrag van
€ 100.000,- alleszins billijk. Bovendien is gehandeld in strijd met goed werkgeverschap waardoor Roadflow en/of Roadflow Traffic schadeplichtig zijn. Roadflow Traffic is een nieuwe B.V. die door de heer [R] is opgericht. Die onderneming gaat exact dezelfde activiteiten ontplooien als Roadflow. Ook wordt door Roadflow Traffic (nagenoeg) hetzelfde logo gebruikt als het logo van Roadflow. Er is daarom sprake van overgang van onderneming en dat is ook bepaald in het verstekvonnis. Om die reden moet Roadflow Traffic de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst tussen Roadflow en [verzoeker] respecteren en/of daaraan uitvoering geven.

4.Het verweer

4.1
De curator heeft zich op het standpunt gesteld dat gelet op het bepaalde in artikel 26 van de Faillissementswet het verzoek, voor zover dat tegen haar gericht is, niet-ontvankelijk is en dat [verzoeker] zijn vordering ter verificatie kan indienen bij de curator.
4.2
Roadflow Traffic heeft gemotiveerd betwist dat sprake is van overgang van onderneming. Roadflow Traffic voert aan dat geen personeel en arbeidsvoorwaarden van Roadflow zijn meegegaan naar Roadflow Traffic. Er is een nieuwe planning, een nieuwe projectleider en een nieuwe financiële afdeling. Er zijn geen activa overgegaan, en ook geen bestaande contracten. Er zijn ook andere klanten. Roadflow Traffic acht zich niet verantwoordelijk voor de brief van Roadflow van 28 februari 2017 en wijst erop dat deze brief niet ondertekend is en daarom niet rechtsgeldig.

5.De beoordeling

5.1
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] zijn verzoek, voor zover dat tegen de curator gericht is, ingetrokken.
5.2
Allereerst dient te worden beoordeeld of sprake is van overgang van onderneming als bedoeld in artikel 7:662 e.v. BW. Roadflow Traffic heeft gemotiveerd betwist dat daarvan sprake is. [verzoeker] heeft zich op het standpunt gesteld dat door het verstekvonnis vaststaat dat er sprake is geweest van overgang van onderneming. Roadflow Traffic heeft aangevoerd dat zij zich niet neerlegt bij het verstekvonnis en dat zij zich beraadt op haar mogelijkheden om tegen het verstekvonnis op te komen.
5.3
De kantonrechter overweegt allereerst dat het verstekvonnis alleen is uitgesproken tegen Roadflow en niet ook tegen Roadflow Traffic. De kantonrechter acht echter aannemelijk dat in zoverre sprake is van een kennelijke fout.
5.4
Vervolgens overweegt de kantonrechter dat ingevolge het bepaalde in artikel 236 Rv slechts een beslissing die de rechtsbetrekking in geschil betreft en vervat is in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, in een ander geding tussen dezelfde partijen bindende kracht heeft. Er is echter niet gesteld of gebleken dat tegen het verstekvonnis geen gewoon rechtsmiddel meer openstaat. Daarom is de kantonrechter van oordeel dat met het verstekvonnis thans niet vaststaat dat er sprake is geweest van overgang van onderneming
5.5
Anders dan door te verwijzen naar het verstekvonnis heeft [verzoeker] het verweer van Roadflow Traffic niet, althans niet gemotiveerd weersproken. Daarom is de kantonrechter van oordeel dat [verzoeker] zijn stelling dat sprake is van overgang van onderneming in het licht van het gemotiveerde verweer van Roadflow Traffic onvoldoende heeft onderbouwd. De conclusie moet daarom zijn dat van overgang van onderneming geen sprake is geweest en dat het verzoek van Van Florestijn om die reden zal worden afgewezen.
5.6
Wat partijen overigens hebben aangevoerd, kan niet tot een andere beslissing leiden en zal daarom onbesproken blijven.
5.7
Nu in deze beschikking al een eindbeslissing wordt gegeven over het verzoek van [verzoeker] is er geen reden meer om met toepassing van artikel 223 Rv een voorlopige voorziening te treffen. Een voorlopige voorziening op grond van dat artikel kan immers alleen worden getroffen voor de duur van de procedure.
5.8
Van Florestijn zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu namens Roadflow Traffic geen professionele gemachtigde verschenen is, zullen de noodzakelijke reis-, verblijf- en verletkosten tot op heden aan haar kant forfaitair worden vastgesteld op het hierna vermelde bedrag van € 200,-.

6.De beslissing

De kantonrechter:
- wijst het verzoek af;
- veroordeelt [verzoeker] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Roadflow Traffic tot en met vandaag vaststelt op € 200,- aan noodzakelijke reis-, verblijf- en verletkosten.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.J. Verbeek, kantonrechter en op 31 mei 2017 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter