Uitspraak
Beslissing van 23 augustus 2016
[verdachte] ,
- het arrest van het Hof van Beroep te Gent (België) van 25 juni 2013, waarbij [verdachte] is veroordeeld tot een interneringsmaatregel voor onbepaalde duur;
- een geneeskundige verklaring van 1 mei 2013, [deskundige] ;
- een Deskundig psychiatrisch verslag van 22 mei 2013 [deskundige] , betreffende De Ruiter;
- het Adviesverslag van 17 september 2013 van [deskundige] , betreffende [verdachte] ;
- een ‘Aanvraag overbrenging naar land van herkomst’, ondertekend door [verdachte] , met als bijlage 1: ‘Overbrenging van gevonniste personen naar een andere lidstaat van de Europese Unie: informatie en eventuele opmerkingen van de gedetineerde’ en met als bijlage 2: ‘Kennisgeving aan de gevonniste persoon’, welke twee bijlagen op 6 december 2013 door [verdachte] zijn ondertekend;
- een ‘Attest vrijgave medisch dossier’ van 11 december 2013, inclusief medicatielijst, waaruit blijkt dat [verdachte] toestemming heeft gegeven zijn medisch dossier over te maken aan [deskundige] ;
- een brief van 11 december 2013 van [deskundige] (betreffende ‘het Kaderbesluit 2008/909/JBZ van 27 november 2008 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning van strafvonnissen waarbij vrijheidsbenemende straffen of maatregelen zijn uitgesproken in een lidstaat van de Europese Unie – Overbrenging van gevonniste personen (hierna: de WETS) naar Nederland - [verdachte] , met als bijlagen voornoemd arrest van het Hof van Beroep te Gent, alsmede het certificaat, zoals bedoeld in artikel 4 van het Kaderbesluit, in welke brief staat dat [verdachte] , gedetineerd in Merksplas, om overbrenging naar Nederland heeft verzocht en aan het Ministerie wordt verzocht te berichten of het Ministerie kan instemmen met dit verzoek tot overbrenging naar Nederland;
- een psychiatrisch briefrapport van 11 februari 2014 van [professor] , betreffende [verdachte] ;
- het oordeel van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 26 mei 2014, waarbij onder meer is geoordeeld dat de aan [verdachte] opgelegde vrijheidsbenemende maatregel dient te worden aangepast als de maatregel van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege;
- een brief van 28 mei 2014 van de Minister van Veiligheid en Justitie aan de Federale Overheidsdienst Justitie te Brussel, t.a.v [deskundige] , betreffende ‘Verzoek tot overbrenging van [verdachte] ’, waarin staat dat het toegezonden vonnis wordt erkend, dat het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bij oordeel van 26 mei 2014 de in België opgelegde maatregel heeft aangepast naar de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege en dat de Minister van mening is dat deze aanpassing het meest overeenkomt met de in Gent opgelegde sanctie, met als bijlagen: ‘uitleg gevolgen van strafoverdracht’, ‘weergave van de artikelen 37a, 37b en 37e van het Wetboek van Strafrecht’ en een ‘Informatieblad Forensische zorg’, waarbij is verzocht deze stukken aan [verdachte] te overhandigen;
- de erkenningsbeslissing van 21 juli 2014 van de Minister van Veiligheid en Justitie, ondertekend door [naam] , Hoofd afdeling Internationale overdracht strafvonnissen, waarin staat dat door de Minister is besloten dat de aan [verdachte] opgelegde straf in België zal worden aangepast in een maatregel van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege;
- een brief van 24 juli 2014 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, waarin staat dat [verdachte] op 23 juli 2014 is overgeplaatst naar FPK de Woenselse Poort te Eindhoven en dat de tenuitvoerlegging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met ingang van die datum is gaan lopen;
- een brief van 25 november 2014 van [naam] , Hoofd afdeling Internationale Overdracht Strafvonnissen, waaruit blijkt dat de zaak van [verdachte] onder het hierboven genoemd parketnummer in GPS is geregistreerd;
- het verlengingsadvies van de kliniek van 30 mei 2016, opgemaakt en ondertekend door [psychiater] en [psychiater] , strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met één jaar;
- de maandelijkse wettelijke aantekeningen van 24 juli 2014 tot en met mei 2016, met uitzondering van de maand maart 2016;
- een e-mailbericht van 9 maart 2016 van [activiteitenbegleider] , betreffende evaluatie van [verdachte] ;
- voornoemde vordering van de officier van justitie, ingekomen op 22 juni 2016.
Overwegingen
Toepasselijke wetsartikelen
Beslissing
één jaar;