6.4Ter zitting hebben Vogelzang en Landlust hierover nader toegelicht dat de geluiden als gevolg van de bedrijfsvoering bij [bedrijf 2] te onderscheiden zijn van het containergeluid van de inrichting van eiseres. Bij het bedrijf van eiseres wordt namelijk gewerkt met grote, rechthoekige containers bedoeld voor het vervoer van stuk- en bulkgoederen, terwijl [bedrijf 2] werkt met afvalcontainers van een ander, kleiner formaat. Bovendien worden de containers bij [bedrijf 2] , anders dan bij de inrichting van eiseres, geladen met een vrachtwagen en dat brengt door het gebruik van kettingen een tikkend, rammelend geluid mee, terwijl het plaatsen van de containers bij de inrichting van eiseres een knallend geluid voortbrengt. De rechtbank acht dit niet onaannemelijk en eiseres heeft dit niet voldoende weersproken.
Hertsig heeft ter zitting voorts toegelicht dat ook de gemeten geluidpieken op de geluidmeter op het dak van het kantoor van de inrichting van eiseres zijn opgenomen en bij de beoordeling zijn betrokken. Als op een bepaald tijdstip op de meetlocatie een geluid werd geregistreerd dat leek op het geluid van een container zoals die bij eiseres in gebruik is, is ook het audiobestand van hetzelfde tijdstip, afkomstig van de geluidmeter op het dak van het kantoor van eiseres afgeluisterd door medewerkers van de ODWH. Op deze wijze konden de medewerkers met zekerheid vaststellen dat het geluid afkomstig was van de inrichting van eiseres, aldus Hertsig ter zitting. Gelet op deze toelichting acht de rechtbank het aannemelijk dat de op de meetlocatie geconstateerde geluidpieken die door verweerder als overschrijding zijn aangemerkt, afkomstig zijn van eiseres.
7. Gelet op het vorenstaande heeft verweerder zich op grond van de metingen in april, mei, juni, juli, september, oktober, november en december 2014 op goede gronden op het standpunt gesteld dat vergunningvoorschrift 1.3.2 door eiseres is overtreden. Hiermee staat vast dat verweerder in zoverre bevoegd was handhavend op te treden.
8. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet uitzicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.
9. Gesteld noch gebleken is dat er enig concreet zicht op legalisering van de overtredingen zou zijn. Evenmin is sprake van feiten en omstandigheden die meebrengen dat handhaven in dit geval onevenredig zou zijn. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de geconstateerde overtredingen, anders dan eiseres lijkt te stellen, niet van geringe aard en ernst zijn. Blijkens de specificatie bij het primaire besluit II zijn in de periode van 3 april 2014 tot en met 27 december 2014 in totaal 56 overschrijdingen van het LAmax geconstateerd. De overschrijdingen varieerden van 1 tot en met 11 dB(A). Er waren 14 overschrijdingen van 5 dB(A) of meer. Dat volgens eiseres geen sprake is van klachten of hinder kan voorts niet tot de conclusie leiden dat verweerder de belangen van eiseres zwaarder had moeten laten wegen dan het algemeen belang dat met handhaving van wettelijke voorschriften is gediend.
10. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.