Uitspraak
Beschikking op het op 1 juni 2016 ingekomen bezwaarschrift van:
[de vrouw] ,
Procedure
- het bezwaarschrift;
- het verweerschrift.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2016 uitspraak gedaan in een bezwaarschriftprocedure die voortvloeide uit een verzoek tot teruggeleiding van minderjarige kinderen. De vrouw, die asiel heeft aangevraagd in Nederland, heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de Centrale autoriteit om haar verzoek tot teruggeleiding van haar kinderen niet in behandeling te nemen. De vrouw heeft op 5 oktober 2015 asiel aangevraagd samen met haar kinderen, na een ongeoorloofde overbrenging door haar ex-echtgenoot. De Centrale autoriteit had eerder besloten dat het verzoek van de vrouw niet gegrond was, omdat zij niet kon aantonen dat zij het ouderlijk gezag over de kinderen uitoefende. Tijdens de zitting op 1 juli 2016 heeft de vrouw aanvullende documenten overgelegd, waaronder een echtscheidingsdocument en een beslissing van een spiritueel hof in Damascus, waaruit blijkt dat de man niet zonder meer gerechtigd is om de kinderen over te brengen naar Duitsland. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Centrale autoriteit ten onrechte het verzoek van de vrouw niet in behandeling heeft genomen en heeft de beschikking van de Centrale autoriteit vernietigd. De rechtbank gelast de Centrale autoriteit om het verzoek tot teruggeleiding van de minderjarigen alsnog in behandeling te nemen.