1.2Een in de inrichting aanwezige geluidsinstallatie mag niet voor de woningen van derden hoorbaar zijn.
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eisers, onder verwijzing naar het advies van de commissie bezwaarschriften (de commissie), ongegrond verklaard en het primaire besluit gehandhaafd. Door de wijziging van de inrichting zijn alleen laad- en losactiviteiten overgebleven. Op grond van het Activiteitenbesluit gelden de maximale geluidsniveaus niet voor laad- en losactiviteiten gedurende de dag, zodat het opleggen van maatwerkvoorschriften op dit punt niet aan de orde is, aldus verweerder.
3. Eisers kunnen zich niet met het bestreden besluit verenigen en voeren, samengevat weergegeven, aan dat verweerder ervan is uitgegaan dat in de nieuwe situatie alleen sprake is van laad- en losactiviteiten op het perceel terwijl er tevens niet nader omschreven activiteiten zijn vergund voor 10 uren per dag. Ten onrechte heeft verweerder dan ook afgezien van de vaststelling van maatwerkvoorschriften ter zake van het maximale geluidsniveau (LAmax) gedurende de dag. Als gevolg hiervan gelden ook voor andere activiteiten de algemene normen van het Activiteitenbesluit, te weten een LAmax van 70 dB(A) gedurende de dag, terwijl voorheen ter plaatse van de gevel van de woning van eisers een LAmax van 50 dB(A) gold. Verweerder heeft voorts ten onrechte het advies van de commissie aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd, nu dat advies onvoldoende is gemotiveerd. Zo heeft de commissie in haar advies nagelaten in te gaan op de bezwaargronden van eisers dat er gedurende 10 uren per dag activiteiten plaatsvinden. Voorts hebben eisers in hun beroepschrift verwezen naar een lopende procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) in verband met de herziening van het bestemmingsplan van het plangebied waaronder de inrichting valt.
4. Verweerder heeft zich naar aanleiding van de beroepsgronden van eisers op het standpunt gesteld dat er geen sprake is van een verslechtering van de toegestane geluidsniveaus ten opzichte van de vorige maatwerkvoorschriften. De LAr,LT grenswaarden zijn gelijk gebleven of naar beneden bijgesteld en het LAmax voor het laden en lossen, zijnde de enige activiteit die nog in de inrichting plaatsvindt, is ongewijzigd gebleven. Anders dan eisers veronderstellen, is er geen sprake van andere onbenoemde activiteiten gedurende 10 uren per dag. De duur van 10 uren die wordt genoemd in het maatwerkvoorschrift heeft betrekking op het nagalmniveau in de hal als gevolg van de laad- en losactiviteiten. Voor de berekening daarvan is uitgegaan van de bedrijfsduur zoals die eerder is aangehouden in de uitgevoerde akoestische onderzoeken in 2002 en 2006. Het is de inrichting niet toegestaan om andere activiteiten te verrichten dan in de melding zijn benoemd. Indien de inrichting dit wel voornemens is dan zal zij opnieuw een melding daarvan moeten doen, die vervolgens door verweerder zal worden beoordeeld. Niet het maatwerkbesluit maar de melding in het kader van het Activiteitenbesluit is doorslaggevend voor beantwoording van de vraag welke activiteiten door de inrichting mogen worden uitgevoerd. Het maatwerkbesluit regelt slechts welke geluidgrenswaarden op de inrichting van toepassing zijn. Dat bij omgevingsvergunning van het bestemmingsplan kan worden afgeweken laat volgens verweerder onverlet dat het hem vrijstaat andere geluidgrenswaarden dan de algemeen geldende normen aan een inrichting op te leggen.
5. Artikel 2.17, eerste lid, aanhef en onder a, van het Activiteitenbesluit bepaalt dat voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT en het maximaal geluidsniveau LAmax, veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, geldt dat:
a. de niveaus op de in tabel 2.17a genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden;
Tabel 2.17a
07:00–19:00 uur
19:00–23:00 uur
23:00–07:00 uur
LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen
50 dB(A)
45 dB(A)
40 dB(A)
LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
35 dB(A)
30 dB(A)
25 dB(A)
LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen
70 dB(A)
65 dB(A)
60 dB(A)
LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
55 dB(A)
50 dB(A)
45 dB(A)
Artikel 2.17, eerste lid, aanhef en onder b, van het Activiteitenbesluit bepaalt dat de in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur in tabel 2.17a opgenomen maximale geluidsniveaus LAmax niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten.
Op grond van artikel 2.20, vijfde lid, van het Activiteitenbesluit kan het bevoegd gezag bij maatwerkvoorschrift bepalen welke technische voorzieningen in de inrichting worden aangebracht en welke gedragsregels in acht worden genomen teneinde aan geldende geluidsnormen te voldoen.
6. De rechtbank overweegt het volgende. Verweerder komt beleidsvrijheid toe bij de beantwoording van de vraag of hij gebruik zal maken van de bevoegdheid om maatwerkvoorschriften te stellen en dient daarbij een belangenafweging te maken. De rechter moet de beslissing van verweerder terughoudend toetsen. Voor deze zaak betekent dit dat de rechter zich moet beperken tot de vraag of verweerder in redelijkheid heeft kunnen besluiten om te volstaan met de nu opgelegde maatwerkvoorschriften, en of hij het opleggen van de door eisers extra gevraagde maatwerkvoorschriften inzake het LAmax heeft kunnen weigeren.
7. Tussen partijen is niet in geschil dat het voor de activiteit laden en lossen niet noodzakelijk is maatwerkvoorschriften vast te stellen ten aanzien van het LAmax, omdat die activiteiten enkel gedurende de dagperiode plaatsvinden. Dit brengt mee dat gelet op het bepaalde in artikel 2.17, eerste lid, aanhef en onder b, van het Activiteitenbesluit maximale geluidsniveaus niet van toepassing zijn. Deze situatie is gelijk aan die ten tijde van het maatwerkbesluit van 26 mei 2010, nu het LAmax destijds ook werd uitgesloten voor wat betreft het laden en lossen gedurende de dagperiode.