ECLI:NL:RBDHA:2016:8824

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 maart 2016
Publicatiedatum
28 juli 2016
Zaaknummer
C/09/505975 / FA RK 16-1385
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorzieningen in een echtscheidingsprocedure met betrekking tot de echtelijke woning en alimentatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 maart 2016 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorzieningen in het kader van een echtscheidingsprocedure. De vrouw heeft verzocht om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning, de toevertrouwing van het minderjarige kind aan haar, en voorlopige alimentatie van de man. De man heeft verweer gevoerd tegen deze verzoeken. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen op [datum huwelijk] te [plaats huwelijk] zijn gehuwd en dat zij samen een minderjarig kind hebben, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]. Tijdens de zitting op 10 maart 2016 heeft de rechtbank kennisgenomen van de stukken en het verzoek van de vrouw. De rechtbank heeft geoordeeld dat de man heeft ingestemd met het verzoek van de vrouw om het kind aan haar toe te vertrouwen, en heeft dit verzoek toegewezen. Ook het verzoek van de vrouw om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning is toegewezen, omdat de man hiermee instemde. De rechtbank heeft echter het verzoek van de vrouw om een machtiging voor ontruiming van de woning afgewezen, omdat dit niet noodzakelijk was. Wat betreft de alimentatieverzoeken heeft de rechtbank geoordeeld dat de vrouw deze niet voldoende heeft onderbouwd, waardoor deze verzoeken zijn afgewezen. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, maar het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 16-1385
Zaaknummer: C/09/505975
Datum beschikking: 21 maart 2016

Voorlopige voorzieningen

Beschikking op het op 19 februari 2016 ingekomen verzoek van:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. G.O. Perquin te Zoetermeer.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man] ,

de man,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. --.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het verzoekschrift.
Op 10 maart 2016 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vrouw met haar advocaat en de man.

Verzoek en verweer

Het verzoek van de vrouw strekt tot bepaling dat:
- de vrouw gerechtigd zal zijn tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning te [adres] , met het bevel dat de man die woning dient te verlaten en verder niet mag betreden, met machtiging van de vrouw deze beschikking zo nodig zelf ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
- het minderjarige kind van partijen aan de vrouw wordt toevertrouwd;
- een door de man aan de vrouw te betalen voorlopige partneralimentatie van € 500,-- per maand wordt vastgesteld, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- een door de man aan de vrouw te betalen voorlopige kinderalimentatie van € 400,-- per maand wordt vastgesteld, telkens bij vooruitbetaling te voldoen,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De man heeft ter terechtzitting verweer gevoerd.

Feiten

- Partijen zijn op [datum huwelijk] te [plaats huwelijk] met elkaar gehuwd.
- Zij zijn de ouders van de thans nog minderjarige [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .

Beoordeling

Toevertrouwing van de minderjarige
Nu de man heeft ingestemd met dit verzoek van de vrouw zal de rechtbank dit verzoek als op de wet gegrond en in het belang van de minderjarige toewijzen.
Uitsluitend gebruik van de echtelijke woning
Nu de man heeft ingestemd met dit verzoek van de vrouw zal de rechtbank dit verzoek als op de wet gegrond toewijzen.
De vrouw heeft de rechtbank voorts verzocht een machtiging te geven om het bevel zonodig met behulp van de sterke arm ten uitvoer te leggen. Uit de toelichting op de tekst van artikel 822, eerste lid, aanhef en onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering volgt evenwel dat het te geven bevel zelf de titel verschaft om tot ontruiming van de echtelijke woning met behulp van de sterke arm over te gaan. De verzochte machtiging is daarvoor niet noodzakelijk. Het daartoe strekkende verzoek zal daarom wegens gebrek aan belang worden afgewezen.
Kinderalimentatie en partneralimentatie
De rechtbank heeft geconstateerd dat de vrouw deze verzoeken op geen enkele wijze heeft onderbouwd. De vrouw heeft voorts tot aan de zitting geen stukken en draagkrachtberekening overgelegd. Zij heeft ter terechtzitting aangeboden deze op dat moment alsnog te overleggen. De rechtbank acht dit in strijd met het belang van belanghebbende, die zich op geen enkele wijze heeft kunnen voorbereiden en aldus met de goede procesorde.. Dat de man zich ter zitting niet heeft laten vergezellen door een advocaat maakt dat naar het oordeel van de rechtbank niet anders. De vrouw heeft niets aangevoerd op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat het voor haar niet mogelijk was de stukken vóór de behandeling ter zitting te overleggen. De rechtbank ziet in het voormelde aanleiding om de verzoeken van de vrouw ter zqake van kinderalimentatie en partneralimentatie als onvoldoende onderbouwd af te wijzen.

Beslissing

De rechtbank:
bepaalt dat de vrouw bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning te [adres] , en beveelt mitsdien dat de man die woning dient te verlaten en verder niet mag betreden;
bepaalt dat de minderjarige [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , aan de vrouw zal worden toevertrouwd;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr.K.M. Braun, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. L.W.J. van der Krogt als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 maart 2016.