Uitspraak
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
eisende partij,
gemachtigde: BSR Incasso & Gerechtsdeurwaarders,
[gedaagde] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: M.W. Cobussen.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 juli 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen Intrum Justitia Nederland B.V. en een gedaagde partij over de betaling van abonnementstermijnen van een sim-only telefoonabonnement. De gedaagde had een overeenkomst afgesloten met T-Mobile Netherlands B.V. die op 24 maart 2010 wegens wanbetaling door T-Mobile was ontbonden. Intrum, als rechtsopvolger van T-Mobile, vorderde betaling van de gedaagde voor onbetaalde facturen en schadevergoeding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde toerekenbaar tekort is geschoten in haar betalingsverplichtingen en heeft de vordering van Intrum grotendeels toegewezen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde een bedrag van € 875,55 aan Intrum moest betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak volgde na een comparitie van partijen en een prejudiciële uitspraak van de Hoge Raad over telefoonabonnementen.