ECLI:NL:RBDHA:2016:8616

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juli 2016
Publicatiedatum
26 juli 2016
Zaaknummer
09/920038-12
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen in het kader van het STP-traject

Op 14 juli 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen. De rechtbank overweegt dat de veroordeelde, die momenteel verblijft bij Kemnade Pluryn, een goede plek heeft gevonden waar hij onder toezicht en begeleiding verdere stappen kan zetten naar zelfstandigheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat het belangrijk is dat de veroordeelde het STP-traject kan volgen, wat ten minste zes maanden zal duren. Gezien de omstandigheden en de noodzaak voor verdere ondersteuning, oordeelt de rechtbank dat een verlenging van de termijn met slechts zes maanden onvoldoende is. Daarom wordt de termijn van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met één jaar verlengd.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die op 13 juni 2016 is ingediend, in behandeling genomen. De veroordeelde heeft zich in raadkamer verzet tegen de verlenging, maar de officier van justitie heeft benadrukt dat de verlenging noodzakelijk is voor de ondersteuning van de veroordeelde in het kader van het STP-traject. De raadsman van de veroordeelde heeft gepleit voor afwijzing van de vordering of, subsidiair, een kortere verlenging van zes maanden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de algemene veiligheid van personen en de verdere ontwikkeling van de veroordeelde een langere verlenging vereisen.

De rechtbank heeft ook de risicotaxatie in overweging genomen, waarbij is vastgesteld dat er een hoog risico op recidive bestaat. De rechtbank acht de risicotaxatie betrouwbaar en concludeert dat de verlenging van de maatregel in het belang is van de veroordeelde en de samenleving. De beslissing is genomen op basis van de relevante wetsartikelen, waaronder artikel 77t van het Wetboek van Strafrecht, en is uitgesproken in aanwezigheid van de betrokken partijen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummer: 09/920038-12
Datum uitspraak: 14 juli 2016
De rechtbank Den Haag, meervoudige kamer jeugdstrafzaken, heeft de volgende beslissing gegeven op de vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 13 juni 2016, ingekomen ter griffie op 15 juni 2016.

De vordering.

De vordering strekt tot verlenging met één jaar van de termijn van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd aan:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
geplaatst in Jeugdinrichting Intermetzo te Lelystad,
doch thans verblijvende bij Kemnade Pluryn te Groesbeek,
bij vonnis van deze rechtbank van 2 augustus 2012, onherroepelijk geworden op
17 augustus 2012.
De rechtbank heeft kennis genomen van het dossier waartoe voormeld vonnis behoort alsmede van na te melden advies.
Bij beschikking d.d. 7 augustus 2014 is de termijn van de maatregel verlengd met
24 maanden.

Het advies.

Het op grond van artikel 77t van het Wetboek van Strafrecht uitgebrachte advies d.d. 24 mei 2016, waarbij de in dat artikel bedoelde aantekeningen zijn overgelegd, strekt tot verlenging van de termijn van de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met één jaar.
Het advies is ondertekend door mw. drs. M.T.P.F. Claes, hoofd behandeling, mw. drs.
C. van den Bergh, behandelcoördinator, en mw. mr. B.E. Haasbroek, directeur van Intermetzo. Op 1 juli 2016 is een aanvullend advies opgesteld.

De behandeling in raadkamer.

De vordering is behandeld in raadkamer op 14 juli 2016.
In raadkamer zijn verschenen en gehoord:
  • mr. C.M. Offers, officier van justitie,
  • de veroordeelde,
  • mr. M. van Olffen, de raadsman van de veroordeelde,
  • de moeder en de oma van de veroordeelde,
  • mevrouw C. van den Bergh, als behandelcoördinator aan J.J.I. Lelystad/Intermetzo;
  • mevrouw J.A. van Mil en mevrouw S. Louelmouti van GGZ Reclassering Palier.
De veroordeelde heeft zich in raadkamer verzet tegen verlenging van de maatregel.
Hij heeft meegedeeld dat het goed gaat bij Kemnade en dat hij geen meerwaarde in verlenging van de maatregel ziet.
De officier van justitie heeft op 19 juli 2016 in raadkamer gepersisteerd bij de vordering.
Zij heeft hierbij aangegeven dat het fijn is dat de veroordeelde bij Kemnade Pluryn is geplaatst en dat het goed gaat met hem. De verlenging van de termijn van de maatregel met één jaar is noodzakelijk om in het kader van het STP-traject de plaatsing bij Kemnade te ondersteunen.
De raadsman van de veroordeelde heeft in raadkamer primair afwijzing van de vordering bepleit en subsidiair verlenging voor de duur van 6 maanden.
De raadsman heeft aangevoerd dat de risicotaxatie niet klopt, nu de veroordeelde geen geweld heeft gebruikt en inmiddels ook al therapie heeft gevolgd. Hij heeft inzicht gekregen in het door hem gepleegde delict. Hij wil graag het STP-traject volgen en zal zich daar niet aan onttrekken. Een automatische verlenging met één jaar is niet in het belang van de veroordeelde. Een duidelijke eindtermijn is belangrijk.

Beoordeling van de vordering.

De maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen is opgelegd terzake van
‘met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen’, derhalve een misdrijf, dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Eerder genoemde aanvulling op het advies van Intermetzo stelt - kort samengevat - onder meer:
Voor [verdachte] ( [geboortedatum] ) heb ik eerder een PIJ-advies aan u gestuurd.
Inmiddels verblijft [verdachte] in het kader van een artikel 48 plaatsing BJJI bij Pluryn locatie Kemnade 3 in Groesbeek. De plaatsing is versneld, met een positief advies van DIZ, de OVJ en de reclassering, ingezet. Deze plaatsing was ook door lntermetzo geadviseerd in het eerdere PIJ-advies. De familie heeft ingestemd met deze plaatsing en [verdachte] woont vanaf
23 juni 2016 bij Pluryn.
Zoals beschreven in het eerdere advies is [verdachte] een jong volwassen man met een complexe
persoonlijkheidsproblematiek en een licht verstandelijke beperking. Hij is langdurig aangewezen op beschermd wonen en werken waarbij hij voldoende ondersteuning, begeleiding en toezicht krijgt op zijn gedrag. Naar onze inschatting kan Pluryn Kemnade hem dat bieden. Echter, [verdachte] heeft altijd veel tijd nodig om te wennen aan een nieuwe situatie. Kemnade is ver van Den Haag waar zijn oma woont. Hierdoor is het niet de eerste keus van [verdachte] . Het risico bestaat dat, wanneer er geen kader is, hij toch kiest voor een locatie dichter bij zijn familie, die betrokken is, maar minder toegerust om hem goed te begeleiden. Het zou bijzonder jammer zijn wanneer zijn ontwikkeling, die nu in positieve zin met kleine stapjes is ingezet, zou stagneren doordat hij zichzelf overschat. Tevens is er een risico dat [verdachte] , wanneer hij begrensd wordt in de dingen die hij graag zou willen, zonder kader teveel vrijheden neemt waardoor er opnieuw spanning ontstaat. Spanning die bij hem risicovol is voor de kans op recidive.
Hoewel [verdachte] verstandelijk goed kan vertellen dat hij niet meer wil recidiveren, is het belangrijk dat hij ook oefent met de aangeleerde vaardigheden vanuit de therapie en de behandeling bij JJI Lelystad. In de huidige setting kan hij zich verder ontwikkelen en laten
zien dat hij meer vrijheden aankan.
Een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel vindt JJI Lelystad nu, ondanks de positieve ontwikkelingen, nog niet verantwoord. Een verlenging van de maatregel waarbij [verdachte] met een STP blijft wonen en werken bij Pluryn, geeft een kader. Een kader waaraan [verdachte] zich dient te conformeren, zodat hij ingebed raakt in deze nieuwe omgeving.
Het voorkomt onrust wanneer [verdachte] weet waar hij aan toe is. Uiteraard wordt er nog doorgezocht naar een zorginstelling dichter bij Den Haag, die evenveel bescherming, begeleiding en controle kan bieden als Pluryn. Echter, vanuit JJI Lelystad wordt momenteel de tussenstap bij Kemnade Pluryn, als een belangrijke recidive verminderende factor gezien.
Derhalve wordt geadviseerd om de PIJ-maatregel te verlengen voor de duur van een jaar, zodat de behandeling in praktische zin kan worden voortgezet bij Kemnade Pluryn.
Ook de reclassering adviseert de maatregel voor de duur van één jaar te verlengen.
Mevrouw Van den Bergh heeft ter zitting benadrukt dat de veroordeelde pas heel kort bij Kemnade Pluryn verblijft. Het is belangrijk om te bezien hoe hij met de nieuwe situatie en vrijheden zal omgaan. Dit moet ook in het kader van STP begeleid worden.
Een voorwaardelijke beëindiging is nog niet verantwoord omdat de veroordeelde deze ondersteuning echt nog nodig heeft en het kader van de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen hem ook duidelijkheid geeft. Verlenging van de maatregel voor de duur van één jaar is noodzakelijk.
Ten aanzien van de risicotaxatie heeft mevrouw Van den Bergh medegedeeld dat het voorgeschreven risicotaxatie-instrument STATIC 99 eigenlijk niet geschikt is voor het meten van recidiverisico in geval van zedendelicten. Zij heeft daarom ook nog met het risicotaxatie-instrument SVR-20 een analyse van het recidiverisico gemaakt. Daaruit komt naar voren dat sprake is van een hoog risico voor recidive.
De rechtbank acht zich voldoende ingelicht door het advies, de daarbij overgelegde aantekeningen en het verhandelde in raadkamer.
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel, dat de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist en verlenging in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de veroordeelde.
Bij beschikking van 7 augustus 2014 heeft de rechtbank de maatregel verlengd voor de duur van twee jaar. Aangezien bij veroordeelde tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond, is - gelet op het bepaalde bij artikel 77t lid 2 van het Wetboek van Strafrecht - verlenging van de maatregel mogelijk.
De rechtbank overweegt ten aanzien van het verweer dat een onjuiste risicotaxatie is opgemaakt, dat zij de risicotaxatie voldoende betrouwbaar acht, gelet op hetgeen
mevrouw Van den Bergh ter zitting heeft toegelicht over de wijze waarop zij de risicotaxatie heeft uitgevoerd - zij heeft uit zorgvuldigheid naast de voorgeschreven taxatie met toepassing van STATIC 99, ook nog een taxatie gemaakt met behulp van SVR-20 -.
De rechtbank overweegt dat de veroordeelde bij Kemnade Pluryn een goede plek heeft gevonden waar hij onder toezicht en begeleiding verdere stappen op weg naar zelfstandigheid kan nemen. Teneinde de veroordeelde de juiste ondersteuning te bieden en hem te begeleiden bij de nieuwe uitdagingen is het belangrijk dat hij dit traject in het kader van het STP-traject kan volgen. Gelet op hetgeen besproken is ter zitting, zal dit traject tenminste 6 maanden gaan duren en moeten ook nog voorzieningen voor het vervolgtraject worden getroffen. Gelet daarop is verlenging van de termijn met 6 maanden te kort.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat de termijn van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met één jaar dient te worden verlengd.

Toepasselijke wetsartikelen.

Artikel 77s, 77t, 77u van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, zoals hierboven omschreven,
met één jaar.
Deze beslissing is gegeven te Den Haag door
mr. P.J. Schreuder, kinderrechter, voorzitter,
mr. E.M.M. Engbers, kinderrechter,
en mr. D. Biever, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. de Witte, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 juli 2016.