7.3Het oordeel van de rechtbank
Vordering [slachtoffer 1]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding voor een bedrag van in totaal € 29.500,-.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde feit.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op een bedrag van € 25.000,- als vergoeding ter zake van materiële schade, is niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij en derhalve voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de maandelijkse rente uitkering van in totaal € 4.500,-, de vordering niet-ontvankelijk verklaren, aangezien de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Dit brengt mee dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Omdat verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 25.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 17 augustus 2010, zijnde de datum van betaling, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [slachtoffer 1] .
Vordering [slachtoffer 3]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, bestaande uit een bedrag van € 180.000,- ter zake haar inleg, een bedrag van € 8.100,- ter zake van 9 maanden niet ontvangen rente en een niet nader bepaald bedrag ter zake van een latente belastingclaim voor de [slachtoffer 3] , een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde feit.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op een bedrag van € 180.000,- als vergoeding ter zake van materiële schade, is niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij en derhalve voor toewijzing vatbaar. De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 26 mei 2008.
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de maandelijkse rente uitkering van in totaal € 8.100,-, en de latente belastingclaim, de vordering niet-ontvankelijk verklaren, aangezien de behandeling van dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Dit brengt mee dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Omdat verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 180.000,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente met ingang van 15 mei 2008, ten behoeve van [slachtoffer 3] .
Vordering [slachtoffer 4]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schade vergoeding, bestaande uit een bedrag van € 40.000,- , te vermeerderen met de wettelijke rente.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde feit.
De vordering is niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij en derhalve voor toewijzing vatbaar. De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 1 februari 2009.
Dit brengt mee dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Omdat verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 40.000,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente met ingang van 1 februari 2009, ten behoeve van [slachtoffer 4] .
Vordering [slachtoffer 6]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schade vergoeding, bestaande uit een bedrag van € 5.000,-.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde feit.
De vordering is niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij en derhalve voor toewijzing vatbaar.
Dit brengt mee dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Omdat verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 5.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 1 juni 2011, ten behoeve van [slachtoffer 6] .
Vordering [slachtoffer 7]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, voor een bedrag van in totaal € 28.750,-, te vermeerderen met wettelijke rente.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde feit.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op een bedrag van € 25.000,- als vergoeding ter zake van materiële schade, is niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij en derhalve voor toewijzing vatbaar. De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 15 mei 2008.
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de maandelijkse rente uitkering van in totaal € 3.750,-, de vordering niet-ontvankelijk verklaren, aangezien de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Dit brengt mee dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Omdat verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 25.000,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente met ingang van 15 mei 2008, ten behoeve van [slachtoffer 7] .
Vordering [slachtoffer 9]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schade vergoeding, bestaande uit een bedrag van € 14.000,-.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde feit.
De vordering is niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij en derhalve voor toewijzing vatbaar.
Dit brengt mee dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Omdat verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 14.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 1 maart 2009, ten behoeve van [slachtoffer 9] .
Vordering [slachtoffer 11]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, voor een bedrag van in totaal € 25.000,-.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde feit.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op een bedrag van € 20.000,- als vergoeding ter zake van materiële schade, is niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij en derhalve voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de maandelijkse rente uitkering van in totaal € 5.000,-, de vordering niet-ontvankelijk verklaren, aangezien de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Dit brengt mee dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Omdat verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 20.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 11 oktober 2011, ten behoeve van [slachtoffer 11] .
Vordering [slachtoffer 12]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, voor een bedrag van € 85.000,-.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde feit.
De vordering is niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij en derhalve voor toewijzing vatbaar.
Dit brengt mee dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Omdat verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 85.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 15 mei 2008, ten behoeve van [slachtoffer 12] .
Vordering [slachtoffer 13]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, voor een bedrag van € 2.000,-.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien verdachte ten aanzien van het ten laste gelegde feit waarop de vordering betrekking heeft, zal worden vrijgesproken.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die verdachte tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil.
Vordering [slachtoffer 15]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding voor een bedrag van in totaal € 12.500,-, te vermeerderen met wettelijke rente.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde feit.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op een bedrag van € 10.000,- als vergoeding ter zake van materiële schade, is niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij en derhalve voor toewijzing vatbaar. De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 1 februari 2012.
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op Reaal polis van in totaal
€ 2.500,-, de vordering niet-ontvankelijk verklaren, aangezien deze schadepost niet kan worden aangemerkt als rechtstreekse schade dat is toegebracht door het bewezen verklaarde feit.
Dit brengt mee dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Omdat verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 10.000,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente met ingang van 1 februari 2012, ten behoeve van [slachtoffer 15] .
Vordering [slachtoffer 16]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding voor een bedrag van in totaal € 13.000,-.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde feit.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op een bedrag van € 10.000,- als vergoeding ter zake van materiële schade, is niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij en derhalve voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de maandelijkse rente uitkering van in totaal € 3.000,-, de vordering niet-ontvankelijk verklaren, aangezien de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Dit brengt mee dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Omdat verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 10.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 15 februari 2011, ten behoeve van [slachtoffer 16] .
Vordering [slachtoffer 19]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding voor een bedrag van in totaal € 74.338,20,-, te vermeerderen met wettelijke rente.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien verdachte ten aanzien van het ten laste gelegde feit waarop de vordering betrekking heeft, zal worden vrijgesproken.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die verdachte tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil.
Vordering [slachtoffer 20]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding voor een bedrag van in totaal € 30.357,-.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien verdachte ten aanzien van het ten laste gelegde feit waarop de vordering betrekking heeft, zal worden vrijgesproken.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die verdachte tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil.