In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 mei 2016 uitspraak gedaan over een verzoek tot verbetering van de geboorteakte van een minderjarige. Verzoekster, een asielzoekster die in juli 2012 Nederland is binnengekomen, heeft verzocht om de gegevens van de man als vader van de minderjarige te verwijderen uit de geboorteakte. De man, met wie verzoekster in Somalië is gehuwd, is niet verschenen op de zitting en heeft geen contact met verzoekster gehad sinds juli 2012. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man ten onrechte als vader in de geboorteakte is vermeld, omdat er gedurende meer dan twaalf maanden geen contact tussen de echtgenoten is geweest, wat volgens Somalisch recht het vermoeden van vaderschap ontkracht. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en dat Nederlands recht van toepassing is, aangezien het verzoek strekt tot verbetering van een Nederlandse akte. De rechtbank heeft het verzoek van verzoekster gegrond verklaard en gelast dat de geboorteakte van de minderjarige wordt verbeterd door de gegevens van de man als vader door te halen. De beslissing heeft geen invloed op de huidige naam van de minderjarige, die zijn eigen naam behoudt.