In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 maart 2016 uitspraak gedaan over het verzoek van verzoekers om de inschrijving van hun huwelijksakte en de geboorteakten van hun minderjarigen in de registers van de burgerlijke stand. Verzoekers, beiden vluchtelingen uit Soedan, hebben een verzoekschrift ingediend om hun huwelijksakte in te schrijven, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank overweegt dat verzoekers slechts een niet-gelegaliseerde kopie van de huwelijksakte hebben overgelegd en dat zij niet in staat zijn om een origineel en gelegaliseerd brondocument te verkrijgen. Hierdoor kan de rechtbank niet vaststellen dat de huwelijksakte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt.
Daarnaast hebben verzoekers ook verzocht om de geboorteakten van hun minderjarigen in te schrijven. De rechtbank heeft het verzoek om de geboorteakte van de eerste minderjarige toegekend, omdat verzoekers een originele en gelegaliseerde geboorteakte hebben ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geboorteakte ten name van de minderjarige is ingeschreven en heeft de inschrijving gelast op grond van artikel 1:25 BW. Voor de tweede minderjarige is het verzoek afgewezen, omdat verzoekers enkel een niet-gelegaliseerde kopie van de geboorteakte hebben overgelegd. De rechtbank heeft wel het meer subsidiaire verzoek tot vaststelling van de geboortegegevens van de tweede minderjarige toegewezen, omdat verzoekers voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij niet kunnen beschikken over een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften opgemaakte akte van geboorte.
De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat voor de inschrijving van de akten een origineel en gelegaliseerd brondocument noodzakelijk is, en dat verzoekers de mogelijkheid hebben om hun huwelijk in te laten schrijven in de Basisregistratie Personen (BRP). De rechtbank heeft de verzoeken van verzoekers beoordeeld op basis van het Nederlands recht, waarbij de rechtsmacht van de Nederlandse rechter is vastgesteld op grond van hun verblijfsstatus in Nederland.