Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Projectactiviteiten en de rol van de VNG
Gemeenten hebben bij de VNG aangegeven dat zij problemen ervaren met de handhaving van mengvormen en willen in de praktijk een pilot houden om te kijken of er ruimte kan worden gecreëerd voor een eigen afweging in samenspraak met ondernemers.
Inventarisatie van soorten mengvormen, zowel bestaande als nieuwe mengvormen;
Of en op welke wijze de volksgezondheid in het geding is, en als deze in het geding is te komen met oplossingsgerichte maatregelen;
Inzicht in de overlast bij mengvormen;
Op welke onderdelen kan dan wel moet worden gehandhaafd;
Aan de hand van bovengenoemde punten onderzoeken op welke wijze en onder welke criteria invulling kan worden gegeven aan bepaalde soorten mengvormen.
“Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Volp (PvdA) over het bericht VNG-pilot toch in strijd met Drank- en Horecawet (2015Z22667)”, een brief van de staatssecretaris aan de VNG van 18 januari 2016, op 29 maart 2016 gegeven
“Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Volp (PvdA) over horecamengvormen die strijdig zijn met de wet (2016Z01958)”en een brief van de staatssecretaris aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van 13 mei 2016.
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
“een toolkit, met jurisprudentie, kaders en voorwaarden opgesteld met brancheorganisaties etc. en geef opdracht voor de pilot aan een extern bureau die in samenspraak met de VNG de pilot monitort en de conclusies schrijft”.De VNG stelt bovendien terecht dat zij de pilot niet feitelijk zelf kan uitvoeren, omdat zij geen plaatselijke ondernemingen drijft, geen bestuurlijke bevoegdheden heeft en ook geen contact met de aan de pilot deelnemende ondernemers heeft.