ECLI:NL:RBDHA:2016:7760
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.W. Ente
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en overdracht naar Italië; beoordeling van de relatie en garanties voor kwetsbare personen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 juni 2016 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Eritrese eiseres. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, waarbij haar asielaanvraag niet in behandeling was genomen op grond van de Dublinverordening. De rechtbank heeft vastgesteld dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiseres, en dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een duurzame relatie met haar gestelde partner in Nederland. Eiseres had betoogd dat haar partner een asielvergunning had en dat dit aanleiding moest zijn voor de Nederlandse autoriteiten om haar aanvraag alsnog in behandeling te nemen. De rechtbank oordeelde echter dat de verklaringen van eiseres over haar relatie met haar partner inconsistent waren en niet voldoende bewijs boden voor een duurzame relatie.
Daarnaast heeft eiseres aangevoerd dat er geen vertrouwen meer kan worden gesteld in de Italiaanse autoriteiten en dat zij behoort tot een kwetsbare groep die extra garanties nodig heeft voor haar overdracht. De rechtbank heeft deze argumenten verworpen, onder verwijzing naar recente jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om aan te nemen dat de overdracht naar Italië een risico met zich meebracht voor de rechten van eiseres.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.