ECLI:NL:RBDHA:2016:751

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 januari 2016
Publicatiedatum
27 januari 2016
Zaaknummer
C/09/495958 / FA RK 15-7050
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van in het buitenland gedane erkenning van kind door gehuwde Nederlandse man

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 januari 2016 uitspraak gedaan over de erkenning van een kind door een Nederlandse man die op dat moment gehuwd was met een andere vrouw. De man had op 30 december 2010 in Vietnam zijn kind erkend, maar de erkenning was tot voor kort problematisch vanwege de Nederlandse wetgeving die destijds vereiste dat er geen strijd met de openbare orde mocht zijn. De rechtbank oordeelde dat er geen strijd met de openbare orde was, nu de man inmiddels gescheiden was van zijn vrouw en de erkenning van het kind in Vietnam volgens de lokale voorschriften was gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man de juridische vader van het kind is en dat de erkenning door de man moet worden erkend in Nederland. De rechtbank gelastte de inschrijving van de Vietnamese geboorteakte van het kind in het register van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage. De uitspraak is gedaan op basis van de ingediende stukken, aangezien alle partijen afzien van een mondelinge behandeling.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 15-7050
Zaaknummer: C/09/495958
Datum beschikking: 27 januari 2016

Verklaring voor recht

Beschikking op het op 9 september 2015 ingekomen verzoekschrift van:

[de man] ,

de man,
wonende te [woonplaats] , Vietnam,
advocaat mr. P. Dorhout te Egmond aan den Hoef.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende te [woonplaats] , Vietnam.

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage,

zetelend te 's-Gravenhage,
de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- de brief d.d. 30 september 2015, met bijlagen, van de zijde van de man;
- de brief d.d. 21 oktober 2015, met bijlagen, van de zijde van de man;
- de brief d.d. 2 november 2015 van de zijde van de ambtenaar;
- de brief d.d. 14 december 2015, met bijlage, van de zijde van de man.
Alle partijen hebben afgezien van een mondelinge behandeling ter zitting. De rechtbank zal op het verzoek beslissen op basis van de voor handen zijnde stukken.

Verzoek

Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank:
primair:
  • een verklaring voor recht afgeeft dat de buiten Nederland opgemaakte akte van erkenning, betreffende de erkenning van de minderjarige [de minderjarige] door de man op 30 december 2010, overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door de bevoegde instantie is opgemaakt en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand;
  • de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage gelast de geboorteakte van de minderjarige [de minderjarige] in te schrijven in het register van geboorten van de gemeente 's-Gravenhage en gelast dat de ambtenaar een latere vermelding van de erkenning aan de nog in te schrijven geboorteakte van de minderjarige toevoegt;
subsidiair:
  • vaststelt dat tussen de man en de minderjarige [de minderjarige] een nauwe persoonlijke betrekking bestaat;
  • vaststelt dat het aannemelijk is dat tussen de man en de vrouw ten tijde van de geboorte van de minderjarige [de minderjarige] een band bestond die in voldoende mate met het huwelijk op één lijn te stellen is;
  • de erkenning van [de minderjarige] door de man op 30 december 2010 te [plaats] , Vietnam, als geldig aan te merken ex artikel 1:204, lid 1 aanhef en onder e, Burgerlijk Wetboek (BW), zoals dit artikel luidde tot 1 april 2014.
De moeder stemt in met toewijzing van het verzoek hetgeen blijkt uit de door de man overgelegde schriftelijke verklaring van de vrouw d.d. 10 oktober 2015.
De ambtenaar heeft schriftelijk gereageerd op het verzoek.

Feiten

  • Uit de vrouw is de minderjarige geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Vietnam.
  • De man heeft de minderjarige in Vietnam erkend op 30 december 2010.
  • De man staat als vader vermeld op de geboorteakte van de minderjarige.
  • De man was ten tijde van de erkenning gehuwd met een andere vrouw dan de moeder van de minderjarige.
  • Dat huwelijk van de man is ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking op 19 april 2011.
  • De man en de vrouw zijn op [datum huwelijk] gehuwd te Vietnam.
  • De man heeft de Nederlandse nationaliteit.
  • De vrouw heeft de Vietnamese nationaliteit.

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu de man de Nederlandse nationaliteit heeft en gelet op de overige omstandigheden die blijken uit het dossier, acht de rechtbank voldoende aanknopingspunten met de Nederlandse rechtssfeer aanwezig om van het onderhavige verzoek kennis te nemen. Op de verzoeken is Nederlands recht van toepassing.
Inhoudelijk
Inschrijving van een buiten Nederland opgemaakte geboorteakte in een Nederlands register van de burgerlijke stand is mogelijk indien de akte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt en een persoon betreft die op het ogenblik van het verzoek Nederlander is of enige tijd Nederlander dan wel Nederlands onderdaan niet-Nederlander is geweest, die rechtmatig verblijft in Nederland of aan wiens akte een latere vermelding moet worden toegevoegd.
De rechtbank zal eerst beoordelen of de minderjarige de Nederlandse nationaliteit heeft. Daarbij is van belang of hij in familierechtelijke betrekking staat tot de man.
De minderjarige is geboren in Vietnam. Artikel 1:101 BW bepaalt dat een buitenslands tot stand gekomen rechtsfeit of rechtshandeling waarbij familierechtelijke betrekkingen zijn vastgesteld of gewijzigd, welke zijn neergelegd in een door een bevoegde instantie overeenkomstig de plaatselijke voorschriften opgemaakte akte, van rechtswege in Nederland wordt erkend, tenzij sprake is van een weigeringsgrond als genoemd in artikel 10:100 BW.
Door de man is overgelegd de gelegaliseerde Vietnamese geboorteakte van de minderjarige, waarop de man als vader staat vermeld. De familierechtelijke betrekking die in deze akte is neergelegd komt naar het oordeel van de rechtbank voor erkenning in aanmerking, tenzij zich een van de weigeringsgronden voordoet. Daarbij komt het aan op de vraag of, zoals de ambtenaar heeft betoogd, de erkenning van die familierechtelijke betrekking onverenigbaar is met de openbare orde.
De rechtbank is van oordeel dat van strijd met de openbare orde in dit geval geen sprake is. Vaststaat dat de minderjarige is geboren uit de relatie tussen de man en de vrouw, terwijl eveneens vaststaat dat de man op dat moment nog gehuwd was met een andere vrouw.
Weliswaar was er tot 1 april 2014 sprake van dat erkenning van de minderjarige door de man niet van rechtswege werd erkend wegens strijd met de openbare orde omdat de man gehuwd was met een ander dan de moeder van de minderjarige en omdat onder het vóór 1 april 2014 geldende recht een erkenning gedaan door de man slechts kon worden erkend indien vastgesteld zou worden dat er ten tijde van de erkenning sprake was van een nauwe persoonlijke betrekking tussen de man en de minderjarige dan wel dat tussen de man en de moeder van de minderjarige sprake was van een band die op één lijn te stellen is met het huwelijk. Per 1 april 2014 is echter artikel 1:204 lid 1 sub e BW komen te vervallen, waardoor de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 10:101 lid 2 sub a BW zich niet meer kan voordoen voor wat betreft de omstandigheid dat de man ten tijde van de erkenning van de minderjarige met een andere vrouw gehuwd was dan de moeder van de minderjarige. In zoverre kan de erkenning door de man van de minderjarige worden erkend.
Voorts dient beoordeeld te worden of, ingevolge artikel 10:95 lid 3 BW, naar Vietnamees recht is voldaan aan de vereisten die aan de toestemming van de moeder voor de erkenning worden gesteld. Hoewel de rechtbank niet is gebleken dat naar Vietnamees recht de moeder expliciet toestemming moet geven, blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit de stukken voldoende dat de moeder heeft ingestemd met de erkenning door de man van de minderjarige.
Van een schijnhandeling is voorts niet gebleken.
Uit het voorgaande volgt dat de Vietnamese erkenning door de man van de minderjarige ingevolge artikel 1:101 BW kan worden erkend zodat zijn verzoek op dit punt zal worden toegewezen.
Nu de familierechtelijke betrekking tussen de man en de minderjarige in Nederland moet worden erkend, geldt de man als de juridische vader van de minderjarige. Nu de man ten tijde van de erkenning van de minderjarige de Nederlandse nationaliteit bezat (en nog altijd heeft), heeft ook de minderjarige de Nederlandse nationaliteit. De man is dan ook ontvankelijk in zijn verzoek tot inschrijving van de geboorteakte van de minderjarige in het register van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage.
Mede gelet op wat de ambtenaar heeft aangevoerd neemt de rechtbank als vaststaand aan dat de door de man overgelegde in Vietnam opgemaakte geboorteakte met de daarin vervatte erkenning overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in artikel 1:26 BW. De rechtbank zal dan ook, nu de minderjarige Nederlander is, op grond van artikel 1:26b BW de inschrijving van de Vietnamese geboorteakte van de minderjarige, tevens houdende de erkenning door de man van de minderjarige, gelasten.
Nu de primaire verzoeken worden toegewezen behoeft het subsidiair verzochte geen bespreking meer.

Beslissing

De rechtbank:
verklaart voor recht dat de erkenning door [de man] van [de minderjarige] , geboren op
[geboortedatum] te [geboorteplaats] , Vietnam, op grond van artikel 10:101 BW dient te worden erkend;
verklaart voor recht dat de geboorteakte van de minderjarige, met de daarin vervatte erkenning (Book no. [nummer] , opgemaakt op 7 april 2010 door de People’s Committee of Xuan Hoa Commune, Xuan Loc District, Dong Nai Province, Vietnam), van welke akte een kopie aan deze beschikking is gehecht, overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand;
gelast de inschrijving van die geboorteakte, met de daarin vervatte erkenning, in het register van geboorten van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C. Sluymer, bijgestaan door P. Hillebrand als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 januari 2016.