ECLI:NL:RBDHA:2016:7394
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek in een zedenzaak met betrekking tot een minderjarige
Op 7 juli 2016 heeft de Rechtbank Den Haag een tussenvonnis gewezen in een zedenzaak waarbij de verdachte wordt beschuldigd van seksueel misbruik van een minderjarige. De rechtbank heeft het onderzoek heropend omdat zij van mening is dat het dossier niet volledig is. Tijdens de zittingen op 1 april en 23 juni 2016 is de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. Faouzi, gehoord. De officier van justitie, mr. N. Bakker, heeft een gevangenisstraf van 36 maanden geëist, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en heeft volledige toewijzing van de vordering van de benadeelde partij gevorderd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er aanvullende informatie nodig is om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen. Dit betreft onder andere een woordelijk verslag van het studioverhoor van de aangeefster, aanvullend proces-verbaal over de kelderbox van de verdachte, en duidelijkere kleurenfoto's van de betrokken kleden. Ook moet het NFI de bewijskracht van de DNA-matches verder duiden. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te schorsen en te heropenen, en de officier van justitie bevolen om de benodigde aanvullingen te laten uitvoeren.
De rechtbank heeft verder bepaald dat de deskundige van het NFI ter terechtzitting moet worden gehoord en dat de stukken in handen van de rechter-commissaris worden gesteld voor het uitvoeren van het aanvullende onderzoek. De zitting zal op een later tijdstip worden hervat, waarbij de betrokken partijen op de hoogte worden gesteld van de ontwikkelingen.