ECLI:NL:RBDHA:2016:7369

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juni 2016
Publicatiedatum
1 juli 2016
Zaaknummer
C/09/510477/ FT RK 16/999
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot faillietverklaring van REFINO B.V. wegens gebrek aan pluraliteit van schuldeisers

Op 14 juni 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de faillietverklaring van REFINO B.V. Verzoeker, mr. M.J. Post, diende een verzoekschrift in tot faillietverklaring van de verweerster, REFINO B.V., stellende dat deze in de toestand verkeert van te hebben opgehouden te betalen. Tijdens de zittingen op 24 mei en 14 juni 2016 was verzoeker aanwezig, maar de verweerster was niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping.

Verzoeker stelde dat REFINO B.V. zowel zijn vordering als andere vorderingen onbetaald laat. Echter, de rechtbank constateerde dat er geen steunvordering was ingediend, wat betekent dat er geen pluraliteit van schuldeisers was aangetoond. De rechtbank benadrukte dat volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, faillietverklaring alleen kan worden uitgesproken indien er summierlijk bewijs is van een toestand van hebben opgehouden te betalen, en dat pluraliteit van schuldeisers een noodzakelijke voorwaarde is.

Verzoeker voerde aan dat faillietverklaring ook zonder steunvordering mogelijk zou moeten zijn, maar de rechtbank oordeelde dat de aangevoerde gronden onvoldoende waren om een uitzondering te maken op de bestaande rechtspraak. De rechtbank heeft het verzoek tot faillietverklaring van REFINO B.V. dan ook afgewezen. De beslissing werd gegeven door mr. M.M.F. Holtrop en uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. J.J.P. van Wieringen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK DEN HAAG

Team insolventies – enkelvoudige kamer
rekestnummer: C/09/510477 / FT RK 16/999
uitspraakdatum: 14 juni 2016

[verzoeker]

verzoeker
mr. M.J. Post
heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend strekkende tot faillietverklaring van:

REFINO B.V.,

verweerster.
Het verzoekschrift is op 24 mei en 14 juni 2016 behandeld in raadkamer. Bij deze behandelingen zijn [verzoeker] en zijn raadsvrouwe mr. M.J. Post verschenen. Namens verweerster is niemand verschenen hoewel zij daartoe behoorlijk is opgeroepen. De uitspraak is bepaald op heden.
Verzoeker heeft het faillissement van verweerster aangevraagd stellende dat verweerster verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen nu zij zowel de vordering van verzoeker als andere vorderingen onbetaald laat.
Desgevraagd heeft verzoeker ter terechtzitting van heden verklaard dat er geen steunvordering is maar dat het faillissement desondanks is aangevraagd en dient te worden uitgesproken omdat deze rechtspersoon niet bona fide is en omdat verzoeker al lange tijd op zijn geld wacht.
De rechtbank oordeelt als volgt.
De vordering van verzoeker wordt niet betwist door verweerster. Daarmee staat het onbetaald laten van een opeisbare vordering vast.
Hoewel verzoeker in zijn rekest stelt dat verweerster tenminste nog één andere schuldeiser onbetaald laat, wordt geen concrete steunvordering gesteld, laat staan onderbouwd.
Van pluraliteit van schuldeisers is dan ook niet gebleken.
Vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is dat faillietverklaring wordt uitgesproken indien summierlijk blijkt van feiten en omstandigheden die aantonen dat de schuldenaar verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen. Voor het bestaan van feiten en omstandigheden die de conclusie wettigen dat sprake is van een toestand van hebben opgehouden te betalen, is vereist dat sprake is van het onbetaald laten van een opeisbare vordering en voorts van pluraliteit van schuldeisers. In een bestendige lijn van de Hoge Raad wordt die pluraliteit van schuldeisers als een noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde voor faillietverklaring gekwalificeerd.
Verzoeker heeft aangevoerd dat faillietverklaring ook zonder steunvordering mogelijk zou moeten zijn en dat de bestendige lijn in de rechtspraak toch eens doorbroken zou moeten worden. Hij heeft daartoe naar voren gebracht dat hij al lange tijd op zijn geld wacht en dat hier sprake is van een niet bona fide onderneming. Die gronden zijn onvoldoende om een uitzondering te maken op de bedoelde bestendige lijn. Het verzoek tot faillietverklaring dient te worden afgewezen.
BESLISSING
De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot faillietverklaring van REFINO B.V., voornoemd.
Gegeven door mr. M.M.F. Holtrop, rechter, en uitgesproken op 14 juni 2016, in tegenwoordigheid van mr. J.J.P. van Wieringen, griffier.
Tegen deze uitspraak kan degene die is verschenen en aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat binnen acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof te Den Haag.