Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 26 februari 2014 (hierna: het tussenvonnis) en de daarin genoemde stukken;
- de aanvullende akte van FDI van 9 april 2014, met producties 9 tot en met 15;
- de aanvullende akte in reactie op akte FDI, tevens conclusie houdende incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv van NKI van 7 mei 2014, met productie 18;
- de conclusie van antwoord in het incident tot het treffen van een voorlopige voorziening ex art. 223 Rv van FDI van 21 mei 2014, met productie 16;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor aan de zijde van FDI van 31 oktober 2014;
- de akte overlegging getuigenbewijs van FDI, met producties 17A, 17B en 17C en bijlagen, gedateerd 2 december 2014;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor aan de zijde van FDI van 2 december 2014;
- de akte houdende overlegging aanvullende producties van NKI, met producties 19 tot en met 21, gedateerd 24 april 2015;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor aan de zijde van NKI van 24 april 2015;
- de akte na enquête van FDI van 24 juni 2015, met producties 18 tot en met 23;
- de akte na bewijsopdracht van NKI van 19 augustus 2015, met producties 22 tot en met 26;
- de akte uitlating producties van FDI van 16 september 2015.
2.De verdere beoordeling
Het tussenvonnis
After the discovery of a certain cell-line which produced the antibody of interest a research institution would not have the capability to commercialize a product (…). In order to commercialize the cell-line, the research institutions needed another party that had the specialized knowledge and skills to develop and manufacture antibodies at commercial scale and quality based on the cell-line. Centocor was a pioneer in the field of manufacturing monoclonal antibodies and a leader in the monoclonal antibody science.
(…) Centocor had therefore demonstrated that it was able to obtain a cell-line from a research institution and develop a market for the monoclonal antibodies produced from that cell-line. (…)
Chief Technical and Scientific Officervan Centocor. Hij heeft verklaard dat Centocor bekend stond als ‘monoclonaal antilichamenbedrijf en niet zozeer als verkoper van kits’. Verder heeft hij verklaard dat de monoclonale antilichamen die Centocor bekeek tot drie verschillende gebruiksvormen konden leiden, te weten tot (in vitro) diagnostische kits, tot (in vivo) beeldvormingsproduct of tot therapeutische antilichamen. In zijn voor het getuigenverhoor in het geding gebrachte schriftelijke verklaring, verwoordt hij het als volgt:
imaging) of therapeutische antilichamen te ontwikkelen en op de markt te brengen. Daarvoor was nodig dat met de cellijn op grote (commerciële) schaal antilichamen met voldoende kwaliteit door Centocor konden worden geproduceerd.
(…) U vraagt mij welke antilichamen Centocor in 1984 produceerde. Dat is een lange lijst.
core business’zou zijn te beschouwen, is dat vermoeden derhalve niet ontzenuwd. Centocor verkocht voor de toepassing in diagnostische kits niet enkel losse (door derden nog te verwerken) antilichamen maar ook kits waarin die antilichamen al waren verwerkt. Gesteld noch gebleken is dat Centocor voor de andere (commerciële) toepassingen waarvoor en/of waarin antilichamen werden gebruikt en/of verwerkt (enkel) antilichamen ‘sec’, niet zijnde een eindproduct, verkocht.
Memorandum of understanding regarding anti-MAM6 antibodies for use in blood tests” van diezelfde datum overgelegd (hierna: het Memorandum), welk Memorandum een samenvatting behelst van een tussen NKI en Centocor op 14 mei 1984 gevoerde bespreking. De inhoud van het Memorandum is door FDI niet betwist. Het Memorandum heeft de volgende inhoud:
CENTOCOR will evaluate the use of monoclonal antibodies against the MAM-6 breast cancer antigen for use in blood tests only. These studies will be done in collaboration with Dr. [G] at the University of Georgetown and, of course, Dr. [E] and Dr. [F] .
In order to facilitate and expedite the research Drs. [E] and [F] will transfer and loan the appropriate hybridoma cell lines to CENTOCOR. If the research project is terminated, CENTOCOR will return the cell lines.
CENTOCOR and the ANTONI VAN LEEUWENHOEKHUIS will have further discussions regarding the commercialization of said reagent when appropriate. CENTOCOR shall have the “first right of refusal” to negotiate a license under generally accepted business terms regarding the use of said monoclonal antibodies in blood tests.
ANTONI VAN LEEUWENHOEKHUIS is allowed to collaborate with other companies regarding the use of said monoclonal antibodies for other applications such as histopathology and radioimaging application and is allowed to make antibody aliquots to research collaborators as it considers desirable.
This Memorandum of Understanding will be effective for a one year period. Upon completion of this one year period the parties shall meet to discuss progress of the research collaboration and jointly decide on how to proceed.”
blood testste onderzoeken. De cellijn moet daarna weer aan NKI worden teruggegeven en NKI mag met andere bedrijven samenwerken met het oog op het gebruik van het 115D-8 antilichaam voor andere toepassingen. Na een jaar zal de voortgang van het door Centocor te verrichten onderzoek worden geëvalueerd en zal gezamenlijk worden besloten hoe verder te gaan. De heer [F] , die aan de zijde van NKI als getuige is gehoord, naar wiens schriftelijke verklaring (productie 15 zijdens NKI) in het tussenvonnis al is verwezen en die in het Memorandum wordt genoemd, heeft bij het getuigenverhoor ook verklaard over deze eerste bespreking, die wat hem betreft een explorerend karakter had.
blood tests’), oftewel kits. In die zin vormt het Memorandum bevestiging voor de stelling van NKI dat de verhouding tussen partijen uitsluitend zag op kits, in elk geval aanvankelijk.
Licensed Products’, toevoeging rechtbank) hebben
we geprobeerd zorgvuldig te zijn. We hebben daarom zowel de riem als de bretel opgenomen. U vraagt mij of de onzekerheid op het moment van het sluiten van de licentieovereenkomst of de 115D8 antilichamen de kwaliteiten en karakteristieken zouden hebben om een goed commercieel product te worden, een rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van de licentieovereenkomst. Ja, dat maakte deel uit van de afweging van de risico’s en opbrengsten. Het 115D8 antilichaam was nog onbewezen. Centocor moest het klinische nut aantonen van de 115D8 antilichamen. Of die onzekerheid ook van invloed is geweest op de formulering van bepaalde artikelen in de licentieovereenkomst, zoals de definities in art. II, is iets wat ik moeilijk zou kunnen zeggen.
specialized knowledge and skills to develop and manufacture antibodies at commercial scale”.
Net Sales’ van de kits. FDI stelt zich op het standpunt dat zij op basis van artikel V onder C van de licentieovereenkomst de helft van de aan Hybritech betaalde vergoedingen, dat wil zeggen 3%, 4% of 5%, mocht aftrekken van de aan NKI te betalen royalty’s van 4%, met een maximum van de helft van de aan NKI verschuldigde royalty’s, oftewel 2%. FDI concludeert dan dat zij terecht de royalty aftrek van 2% heeft toegepast.
€ 3.715,31 aan verschotten (€ 3.537,- griffierecht + € 90,91 dagvaarding + € 87,40 taxe getuige) en € 17.660,50,- (5,5 punt x tarief VIII) aan salaris advocaat, derhalve in totaal op
€ 21.375,81.