In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 juni 2016 uitspraak gedaan over de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van verzoeker. Het verzoekschrift was ingediend op 30 april 2015 door verzoeker, die woont in de Verenigde Staten van Amerika, met als doel vast te stellen dat de man, die op 15 juni 2013 is overleden, zijn verwekker is. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder verklaringen van de moeder van verzoeker en de partner van de man, die instemden met het verzoek. Tijdens de zitting op 21 december 2015 zijn verzoeker en zijn advocaat verschenen, evenals de partner van de man. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zaak voldoende met de rechtssfeer van Nederland is verbonden, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
De rechtbank heeft vervolgens de toepasselijkheid van het recht beoordeeld. Aangezien de man en de moeder geen gemeenschappelijke nationaliteit of verblijfplaats hadden, was het recht van de staat waar verzoeker woont van toepassing. Dit recht staat echter geen gerechtelijke vaststelling van het vaderschap toe indien de vader is overleden. De rechtbank heeft geoordeeld dat dit in strijd is met de openbare orde, mede gezien artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op eerbiediging van het privéleven waarborgt. Daarom heeft de rechtbank besloten het verzoek te beoordelen naar Nederlands recht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker ontvankelijk is in zijn verzoek, omdat hij stelt het kind te zijn van de man. De rechtbank heeft bewijsstukken beoordeeld, waaronder een verklaring van de moeder en een testament van de man, waarin verzoeker als zoon wordt vermeld. Ook zijn de resultaten van een verwantschapsonderzoek overgelegd, waaruit blijkt dat verzoeker en de broer van de man een identiek Y-profiel hebben. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden vastgesteld dat de man de verwekker is van verzoeker. De rechtbank heeft het vaderschap van de man over verzoeker vastgesteld en het meer of anders verzochte afgewezen.