6.3Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte en zijn mededaders hebben zich schuldig gemaakt aan een gewelddadige beroving van een pakketbezorger. De verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan het medeplegen van de voorbereiding van nog een overval. De verdachte en een mededader hebben gewacht, maar de pakketbezorger kwam uiteindelijk niet opdagen.
De verdachte en zijn mededaders zijn planmatig en gewiekst te werk gegaan. Immers, het beroven van een pakketbezorger met een door een medeverdachte onder valse identiteit besteld pakketje vergde de nodige voorbereiding. De verdachten hebben allereerst spullen uitgezocht die ze persé in bezit wilden krijgen, in dit geval de Iphone 6.
De Iphone 6 is kostbaar en zeer gewild. Er is gesurft op de sites van de diverse producenten om precies het product uit te zoeken dat men wilde hebben.
Vervolgens is er online een bestelling gedaan (waarschijnlijk vanuit een publieke ruimte zoals de Haagse bibliotheek), met gebruikmaking van een vals emailaccount met een verzonnen naam en een bestaand, maar niet aan een van de verdachten te relateren, adres. Op dat adres werd de nietsvermoedende pakketbezorger opgewacht.
De verdachten hebben bedacht dat het onder rembours bestellen het meest profijtelijk was. Zo hoefde er immers op voorhand niets betaald te worden en was de ‘opbrengst/winst’ maximaal.
Ook is er zorggedragen voor een vuurwapen of een daarop gelijkend voorwerp, geschikt voor afdreiging. Dit heeft een evident gevaarzettend karakter.
De pakketten, en dus de komst van de te beroven pakketbezorgers, zijn via de mobiele telefoons van de verdachten gevolgd via het Track & Trace systeem, waardoor de verdachten goed konden inschatten wanneer het pakket in aantocht was en ze moesten toeslaan.
Door deze handelswijze hebben de verdachten - zij het met de nodige tijdrovende voorbereiding - precies datgene in handen gekregen waar ze hun zinnen op hadden gezet, een nieuwe Iphone 6, helemaal compleet en in de originele doos.
Van enige terughoudendheid bij het voorgenomen plan, dat immers inhield dat een pakketbezorger onverhoeds zou worden overvallen door een groep verdachten onder bedreiging van een vuurwapen en van zijn pakket zou worden beroofd,
is de rechtbank niets gebleken. Van enige aarzeling bij het bedreigen van die pakketbezorger op de openbare weg, of enige aarzeling bij het uitvoeren van dit gewelddadige plan, is de rechtbank evenmin iets gebleken.
Bij de impact die een dergelijke gewelddadige beroving op de pakketbezorger zou hebben, hebben de verdachten niet stil gestaan. Zij hebben alleen aan hun eigen geldelijk gewin gedacht. De hebzucht overheerste. Dit rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan.
Bovendien nemen door dit soort overvallen de gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij in het algemeen toe.
De rechtbank weegt mee dat de verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel uit het uittreksel Justitiële Documentatie, nog niet eerder is veroordeeld.
De rechtbank heeft kennis genomen van diverse voorlichtingsrapporten betreffende de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op de pro justitia rapporten:
- d.d. 14 april 2015, opgesteld door [psycholoog] ;
- d.d. 19 augustus 2015 door [kinder- en jeugdpsychiater] ;
- d.d. 20 augustus 2015, opgesteld door [psycholoog] .
Blijkens deze rapporten hebben de verdachte en zijn moeder geweigerd aan de onderzoeken mee te werken. Door de weigering aan de onderzoeken mee te werken hebben de deskundigen de vragen van de rechtbank niet kunnen beantwoorden.
De rechtbank heeft tenslotte acht geslagen op het pro justitia rapport d.d. 7 december 2015, opgesteld en ondertekend door [psycholoog] .
Blijkens de inhoud van dit rapport heeft de verdachte wel aan het onderzoek meegewerkt, maar wilde de verdachte niets over de hem ten laste gelegde feiten verklaren waardoor de deskundige wederom niet in staat is geweest een advies uit te brengen over de mate van toerekeningsvatbaarheid, terwijl ook de inschatting van het recidiverisico niet mogelijk is.
De deskundige heeft slechts geconcludeerd dat er bij de verdachte ten tijde van de ten laste gelegde feiten geen sprake was van een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens.
De rechtbank neemt deze conclusie van de deskundige over.
Blijkens het meest recente rapport van de Raad voor de Kinderbescherming (verder: de Raad) d.d. 4 januari 2016, heeft de verdachte na de opheffing van de voorlopige hechtenis
geen gehoor gegeven aan de oproepen van de Raad ten behoeve van het onderhavige rapport en is de relatie tussen de moeder en de verdachte sinds de opheffing van de voorlopige hechtenis moeizaam. Om de relatie tussen de moeder en de verdachte te verbeteren is een begeleidingsvorm zoals MST aangewezen.
De Raad adviseert de rechtbank de verdachte een (deels) voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen, onder de algemene voorwaarden dat de verdachte:
• zich voor het einde van de proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
• zijn medewerking verleent aan het vaststellen van zijn identiteit;
• zijn medewerking verleent aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
en onder de bijzondere voorwaarde(n) dat de verdachte wordt verplicht zich onder behandeling van een bepaalde deskundige of bepaalde zorginstelling te stellen, te weten
De Waag ten behoeve van MST, waarbij aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, afdeling jeugdreclassering, opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de minderjarige ten behoeve daarvan te begeleiden.
De rechtbank onderschrijft het strafadvies van de Raad.
De rechtbank overweegt voorts dat de verdachte degene is geweest die op de [adres] het wapen op de pakketbezorger heeft gericht. Bij de politie, de rechter-commissaris en ook ter terechtzitting heeft de verdachte niet willen verklaren en hij heeft ook op geen enkele wijze getoond dat hij inzicht heeft in zijn gedrag, de laakbaarheid en de consequenties daarvan. Ook heeft hij geen spijt of berouw getoond van zijn daden.
Juist tijdens de behandeling ter zitting had de verdachte de kans de rechtbank te laten zien wat hem heeft bewogen de bewezenverklaarde feiten te plegen en daarover verantwoording af te leggen, maar dit heeft hij niet gedaan.
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, dan ook van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te melden duur een passende reactie vormt, maar ziet wel aanleiding een deel van deze straf voorwaardelijk op te leggen teneinde de begeleiding en behandeling van de verdachte te waarborgen.
Daarbij zal als algemene voorwaarde onder andere het meewerken aan toezicht en begeleiding door de jeugdreclassering worden opgelegd, in combinatie met de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich dient te melden bij de jeugdreclassering en verplicht MST bij De Waag zal volgen.
De verdachte heeft het onvoorwaardelijke deel van zijn straf reeds in voorarrest doorgebracht.
Nu de rechtbank, zoals hiervoor overwogen, geen inzicht heeft kunnen krijgen in de beweegredenen van de verdachte die tot het plegen van de bewezenverklaarde feiten hebben geleid, terwijl hij evenmin berouw heeft getoond, een en ander bezien in samenhang met de ernst van deze feiten, zal de rechtbank een iets zwaardere straf opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd.