Uitspraak
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Bewijsoverwegingen
toe-eigeningin
en bijeen woning, gelegen aan [adres 2] ,
tiewrapsvastbinden van de polsen en de benen van [benadeelde 2] en het plaatsen van tape op de mond en handen van [benadeelde 2] en
tiewrapsvastbinden van de enkels en knieën en handen van [benadeelde 1] ;
en bijeen woning, gelegen aan [adres 2] tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk [benadeelde 2] en [benadeelde 1] wederrechtelijk (
met betrekking tot [benadeelde 2] :enige uren) van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers hebben verdachte en zijn mededaders
tiewrapsvastgebonden;
op24 augustus 2015 te Voorschoten en Leiden tezamen en in vereniging met anderen een auto (Audi A6, [kenteken] ) voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van het voorhanden krijgen van die auto redelijkerwijs hadden moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
te geven.
4.De strafbaarheid van de feiten
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
Uit het rapport van [naam] volgt dat door gebrek aan informatie geen diagnostische uitspraken kunnen worden gedaan, maar dat op grond van wel beschikbare informatie het vermoeden van een mate van scheefgroei zou kunnen bestaan die, onbehandeld, tot verdere teloorgang kan leiden. Het advies is de verdachte voor nader onderzoek te plaatsen bij ForCA.
Ter terechtzitting heeft [naam] , beëdigd en gehoord als deskundige namens de Raad voor de Kinderbescherming, aangegeven dat wegens het ontbreken van aanwijzingen voor toepassing van het volwassenenstrafrecht volgens de Raad het uitgangspunt toepassing van het jeugdstrafrecht moet zijn.
7.De vorderingen van de benadeelde partijen / de schadevergoedingsmaatregel
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
3 (zegge: drie) MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden;
2 (zegge: twee) jarenonder de
algemenevoorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
bijzonderevoorwaarde dat de veroordeelde: