ECLI:NL:RBDHA:2016:6521
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Sleeswijk Visser-de Boer
- J.P. Brand
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
Op 13 juni 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin eiseressen, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. S. Wortel, beroep hebben ingesteld tegen een vrijheidsontnemende maatregel die was opgelegd door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, vertegenwoordigd door mr. A.J. Hakvoort. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een beroepschrift dat op 27 mei 2016 was ingediend, waarin ook om schadevergoeding werd verzocht. De openbare behandeling vond plaats op 6 juni 2016.
De rechtbank overwoog dat de staatssecretaris eiseressen in bewaring had gesteld op basis van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat er een risico bestond dat zij zich aan het toezicht zouden onttrekken. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseressen zich eerder aan het toezicht hebben onttrokken en niet voldoende hebben meegewerkt aan het vaststellen van hun identiteit en nationaliteit. Eiseressen hebben enkele gronden bestreden, maar de rechtbank oordeelde dat de niet-bestreden gronden in onderlinge samenhang voldoende waren om de maatregel te rechtvaardigen.
De rechtbank concludeerde dat de verzoeken om schadevergoeding moesten worden afgewezen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De beroepen werden ongegrond verklaard, en de rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken op 13 juni 2016. Tegen deze uitspraak staat voor partijen hoger beroep open, met een termijn van één week na verzending van de uitspraak door de griffier.