Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[B] , (hierna: [B] )
2.[C] , (hierna: [C] )
3.[D] ,
[E] ,
[F],
[G] ,
[H] ,
. [I] ,
[J],
1.De procedure
- het vonnis in het incident van 8 januari 2014 en de daarin genoemde stukken;
- het proces-verbaal van de op 17 maart 2015 gehouden comparitie van partijen in zaak C/09/461443 / HA ZA 14-310;
- de conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie;
- de akte houdende wijziging van eis tevens vermindering van eis in conventie;
- de akte houdende vermindering van eis in conventie;
- de antwoordakte naar aanleiding van de eiswijziging tevens conclusie van eis in het incident ex artikel 843a Rv;
- de antwoordakte in het incident ex artikel 843 a Rv.
- het vonnis in het incident van 15 januari 2015 en de daarin genoemde stukken;
- het proces-verbaal van de op 17 maart 2015 gehouden comparitie van partijen in zaak C/09/461443 / HA ZA 14-310;
- de aktes uitlaten voortprocederen van partijen;
- de incidentele conclusie van [B] strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring dan wel afwijzing van de vordering;
- de antwoordakte in het door [B] opgeworpen incident tevens conclusie van eis in het incident ex artikel 843a Rv;
- de antwoordakte van [C] in het incident strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring en het incident ex artikel 843a Rv;
- de antwoordconclusie van [B] in het incident ex artikel 843a Rv;
2.De verdere beoordeling in de hoofdzaak
Krachtens de (…) bereikte overeenstemming (...) vermindert zij haar vordering en haar (gewijzigde) eis op [A] ex artikel 6:14 BW met een bedrag gelijk aan de bedragen die [A] eventueel van [C] , [B] en (een of meer van) de voormalig commissarissen zou kunnen vorderen in verband met de door Vestia gesloten derivatentransacties op basis van een bijdrageplicht of schadevergoeding of op welke grond dan ook, waaronder begrepen de artikelen 6:10, 6:12 en 6:13 BW.”
het bedrag dat [A] eventueel van [B] ([C] en de commissarissen, toevoeging rechtbank
) zou kunnen vorderen (...) op basis van een bijdrageplicht of schadevergoeding of op welke grond dan ook”.Vestia noemt naast de bijdrageplicht (als hoofdelijk schuldenaar) met zoveel woorden schadevergoeding en stelt dat het gaat om bijdrageplicht en schadevergoeding op alle denkbare grondslagen (“
op welke grond dan ook”). Daarmee ziet de eiswijziging onmiskenbaar op dat deel van de vordering van Vestia dat [A] op welke grond dan ook kan verhalen op [B] , [C] en de voormalig commissarissen. Het betoog van [A] dat de eiswijziging louter en alleen is gebaseerd op het door Vestia vooropgestelde artikel 6:14 BW dat – naar [A] terecht opmerkt – alleen betrekking heeft op de interne draagplicht van hoofdelijk verbonden schuldenaren stuit af op de ruimere formulering van de eiswijziging.