Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 7 juni 2016 in de zaak tussen
[Vereniging X] , te [plaats] , eiseres
het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, verweerder
[B.V. Y], te [plaats] , vergunninghoudster
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 juni 2016 uitspraak gedaan over de omgevingsvergunning die aan een vergunninghoudster is verleend voor het verwerken van steenachtige materialen in een mobiele puinbreker. De vergunning werd verleend door het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, maar de Vereniging X, als eiseres, heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghoudster een omgevingsvergunning had aangevraagd voor het gebruiken van gronden in strijd met het bestemmingsplan en het milieuneutraal wijzigen van de inrichting. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat zij als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat haar statutaire doelstelling betrekking heeft op de leefbaarheid van het milieu.
De rechtbank heeft vervolgens de vraag beoordeeld of de aanvraag om omgevingsvergunning terecht als een milieuneutrale wijziging is beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de oude puinbreker niet op het terrein van de inrichting werkzaam was en dat de nieuwe puinbreker het puin op het terrein zal breken. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vergunninghouder in redelijkheid heeft kunnen concluderen dat de nieuwe puinbreker voldoet aan de vergunde geluidwaarden en dat de milieueffecten niet groter zijn dan eerder vergund.
De rechtbank heeft ook de planologische wijziging beoordeeld en vastgesteld dat de vergunninghouder gebruik heeft gemaakt van de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vergunninghouder in redelijkheid heeft kunnen afwijken van het bestemmingsplan, omdat er geen onevenredige aantasting van de omgeving plaatsvond. De rechtbank heeft het beroep van de eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.