ECLI:NL:RBDHA:2016:6001
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van taalanalyse en geloofwaardigheid van herkomst
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 2 juni 2016 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Soedanese man, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, dat zijn asielaanvraag op 8 februari 2016 als ongegrond heeft afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld in enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken. Tijdens de zitting op 21 april 2016 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd verweerder vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De zitting vond plaats met behulp van een telefonische tolk voor Arabisch.
Eiser heeft gesteld dat hij afkomstig is uit het dorp Gos Khoran in Noord-Darfur en heeft zijn vluchtverhaal onderbouwd met een taalanalyse van Bureau Land en Taal (BLT). De taalanalyse concludeerde dat de spraak van eiser niet overeenkomt met het Arabisch zoals dat in Darfur gangbaar is, wat door verweerder werd gebruikt om de herkomst van eiser in twijfel te trekken. Eiser voerde aan dat de taalanalyse verkeerd was geïnterpreteerd en dat hij voldoende bewijs had geleverd van zijn herkomst.
De rechtbank oordeelde dat de taalanalyse zorgvuldig was uitgevoerd en dat de twijfels van verweerder over de herkomst van eiser gerechtvaardigd waren. Eiser had geen contra-expertise laten uitvoeren om de twijfels weg te nemen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.