Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 augustus 2015 met producties;
- de conclusie van antwoord van 25 november 2015 met producties;
- het tussenvonnis van 30 december 2015 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de akte van [eiseres] van 8 april 2016 met productie;
- de akte van de Gemeente van 8 april 2016 met producties;
- het proces-verbaal van comparitie van 8 april 2016.
2.De feiten
Het realiseren van een toegangsbrug (i.p.v. een dam) t.b.v. het pand aan op kavel [nummer 1] aan de [straat] te [plaats] in de gemeente Katwijk.”
Op dit moment ligt er een dam om het terrein te ontsluiten. (…)
De brug is geschikt voor fietsers en voetgangers (5kN/m2) en tevens voor gestandaardiseerde dienstvoertuigen en/of strooiwagens voorzien van twee assen, met een maximale aslast van 2,5 ton per as.”
Wij hebben uw aanvraag beoordeeld en constateren dat de brug wordt aangelegd over de watergang op de plek waar nu een dam met duiker ligt (…). Deze dient om de nieuwe functie van het perceel te ontsluiten. Een brug geniet de voorkeur vanuit de beeldkwaliteit en is goed voor de waterkwaliteit. Verkeerskundig is er echter een bezwaar tegen de locatie van de brug. De nieuwe functie betreft een gebouw met een kantoor- en horecafunctie. Deze nieuwe functies genereren veel meer verkeer dan de oude functie. (…) Het heeft daarom de voorkeur om de ontsluiting van het perceel ter hoogte van locatie B[i.p.v. locatie A]
te laten plaatsvinden. (…)”
Op 23 juli 2014 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het realiseren van een toegangsbrug op het perceel [adres] in [plaats] .”
2.1 Bouwbesluit
Hierbij het artikel uit het bouwbesluit inzake bereikbaarheid van het gebouw [X] . Ik verzoek je met spoed de toegankelijkheid van het terrein te waarborgen zodat wordt voldaan aan de eisen van het onderhavige artikel. Ik wijs je er op de tijdelijke ontsluiting op termijn dient te worden opgeheven.” [met tijdelijke ontsluiting wordt locatie B bedoeld, rechtbank]
Artikel 6.37 Bereikbaarheid bouwwerk voor hulpverleningsdiensten
Tussen de openbare weg en ten minste een toegang van het bouwwerk voor het verblijven van personen ligt een verbindingsweg die geschikt is voor voertuigen van de brandweer en andere hulpverleningsdiensten.
Tenzij het bestemmingsplan of een gemeentelijke verordening anderszins bepaalt heeft een verbindingsweg als bedoeld in het eerste lid:
Sluiten handhavingsdossier toegangsbrug”, bevestigd aan [eiseres] :
Als verbindingsweg tussen uw kantoorgebouw en de [straat] heeft u met een omgevingsvergunning een toegangsbrug gerealiseerd. (…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
Primaire vorderingen: voldoet de brug aan de eisen van het Bouwbesluit?
incidenteelgeschikt is voor voertuigen met een gewicht van 14.600 kg, nu gesteld noch gebleken is dat de wet daar enig aanknopingspunt voor biedt. De brandweer heeft bovendien aangegeven niet van de brug gebruik te kunnen maken voor bluswerkzaamheden, met de nodige gevolgen voor de veiligheid van dien.
miskenddat de brug waarvoor de vergunning is verleend een ‘toegangsbrug conform artikel 6.35 in samenhang met artikel 6.37 Bouwbesluit’ was. De rechtbank is – met [eiseres] – van oordeel dat [eiseres] de brief van 24 juni 2015 in de gegeven omstandigheden mocht begrijpen als een erkenning door de Gemeente dat zij een fout had gemaakt bij de beoordeling van de aanvraag door niet te toetsen aan de bepalingen van artikel 6:37 Bouwbesluit.
ander bouwwerk geen gebouw zijnde’, zoals de brug, evenzeer getoetst had moeten worden aan de regels van artikel 6:37, hetgeen de Gemeente heeft verzuimd. Bovendien volgt de rechtbank het standpunt van [eiseres] dat de Gemeente gelet op de gang van zaken had moeten onderkennen dat sprake was van een verbindingsbrug in de zin van het Bouwbesluit. [eiseres] heeft ter zitting immers onbetwist gesteld dat aan de vergunningsaanvraag voor de brug, uitgebreid overleg tussen (de aannemer van) [eiseres] en (de stadsbouwmeester van) de Gemeente vooraf is gegaan, zodat de Gemeente uit dien hoofde op de hoogte was van het feit dat de brug ter vervanging diende van de bestaande dam met duiker en ter ontsluiting van het kantoorgebouw. Daarbij heeft de Gemeente kenbaar gemaakt dat een brug de waterkwaliteit ten goede komt en mooier is als ‘visitekaartje’ voor de Gemeente dan de dam met duiker. Ook uit de tekst van de aanvraag volgt ondubbelzinnig dat het hier gaat om een brug die dient ter ontsluiting van het kantoorgebouw en ter vervanging van de dam met duiker. Daaraan doet niet af dat in de aanvraag het woord ‘
verbindingsweg’niet voorkomt en dat niet expliciet is verwezen naar de betreffende artikelen van het Bouwbesluit. De Gemeente heeft de aanvraag bovendien ook opgevat als een aanvraag voor een verbindingsweg. Dit blijkt niet alleen uit de onder 2.3 geciteerde brief van 15 september 2014, maar volgt ook ondubbelzinnig uit de verleende vergunning zelf en de daarbij behorende stukken, onder meer uit hetgeen hierboven onder 2.5 is weergegeven. De erkenning door de Gemeente, bij brief van 24 juni 2015 ter bevestiging van het daarover gevoerde gesprek, dat zij heeft verzuimd te toetsen aan de daarvoor geldende regels van het Bouwbesluit, vormt daarvan een logisch uitvloeisel.
- i) de som van de kosten die [eiseres] thans heeft gemaakt (waaronder begrepen de kosten van de huidige brug) vermeerderd met de kosten die zij nog moet maken om de huidige brug te vervangen door een brug die wel aan de eisen voldoet en
- ii) de kosten van een toegangsbrug in het hypothetische geval dat deze direct zou zijn gebouwd conform de eisen van het Bouwbesluit voor een verbindingsweg.