ECLI:NL:RBDHA:2016:5467
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.W. Ente
- Rechtspraak.nl
Afwijzing machtiging tot voorlopig verblijf op grond van middelenvereiste en gezinsleven
In deze zaak heeft eiseres, een Turkse nationaliteit bezittende vrouw, beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, dat haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) heeft afgewezen. De rechtbank Den Haag heeft op 19 mei 2016 uitspraak gedaan in deze bodemzaak, die betrekking heeft op bestuursrecht en vreemdelingenrecht. Eiseres had eerder een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, die met terugwerkende kracht was ingetrokken vanwege onjuiste gegevens in de aanvraag. Eiseres en haar minderjarige kind hebben Nederland op 18 augustus 2014 verlaten. De aanvraag voor de mvv werd ingediend door haar echtgenoot, referent, met als doel gezinshereniging. De staatssecretaris heeft de aanvraag afgewezen op basis van het niet voldoen aan het middelenvereiste, wat inhoudt dat referent niet over voldoende en duurzame middelen van bestaan beschikt. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat referent in januari 2016 een vast dienstverband zal krijgen, maar de rechtbank oordeelde dat dit een onzekere toekomstverwachting is en niet voldoende bewijs biedt voor het middelenvereiste. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen sprake is van een schending van het recht op gezinsleven, omdat eiseres geacht wordt nooit in het bezit te zijn geweest van een verblijfstitel. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd.