ECLI:NL:RBDHA:2016:5111
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.P.F. Slijpen
- T.A. de Hek
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke geschil over naheffingsaanslag loonheffingen en vergrijpboete
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 april 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een ondernemer die een steakhouse en afhaal grillrestaurant exploiteert, en de inspecteur van de Belastingdienst. De inspecteur had aan eiser een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012, alsmede een vergrijpboete en heffingsrente. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij betwistte dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat eiser loon heeft uitbetaald dat buiten de loonadministratie is gehouden. Eiser heeft verklaard dat hij door noodzakelijke bezuinigingen minder oproepkrachten heeft kunnen inzetten en dat zijn dochters en broer meer uren hebben gewerkt zonder financiële vergoeding. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om de bewijslast om te keren, ondanks de onherroepelijke informatiebeschikking die aan eiser was opgelegd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser gegrond verklaard, de naheffingsaanslag, de vergrijpboete en de beschikkingen heffings- en belastingrente vernietigd. Tevens is de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 1.484. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.