Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
en/of te zeggen dat:
althans door woorden van soortgelijke (vertrouwenswekkende en/of aandachtverhogende) aard en/of strekking te zeggen;
en/of te zeggen dat:
althans door woorden van soortgelijke (vertrouwenswekkende en/of aandachtverhogende) aard en/of strekking te zeggen;
en/of te zeggen dat:
althans door woorden van soortgelijke (vertrouwenswekkende en/of aandachtverhogende) aard en/of strekking te zeggen;
en/of te zeggen dat:
althans door woorden van soortgelijke (vertrouwenswekkende en/of aandachtverhogende) aard en/of strekking te zeggen;
en/of te zeggen dat:
althans door woorden van soortgelijke (vertrouwenswekkende en/of aandachtverhogende) aard en/of strekking te zeggen;
althans door woorden van soortgelijke (vertrouwenswekkende en/of aandachtverhogende) aard en/of strekking te zeggen;
althans door woorden van soortgelijke (vertrouwenswekkende en/of aandachtverhogende) aard en/of strekking te zeggen;
en/of te zeggen dat:
althans door woorden van soortgelijke (vertrouwenswekkende en/of aandachtverhogende) aard en/of strekking te zeggen;
en/of te zeggen dat:
althans door woorden van soortgelijke (vertrouwenswekkende en/of aandachtverhogende) aard en/of strekking te zeggen;
en/of te zeggen dat:
althans door woorden van soortgelijke (vertrouwenswekkende en/of aandachtverhogende) aard en/of strekking te zeggen;
en/of te zeggen dat:
althans door woorden van soortgelijke (vertrouwenswekkende en/of aandachtverhogende) aard en/of strekking te zeggen;
en/of te zeggen dat:
althans door woorden van soortgelijke (vertrouwenswekkende en/of aandachtverhogende) aard en/of strekking te zeggen;
en/of te zeggen dat:
althans door woorden van soortgelijke (vertrouwenswekkende en/of aandachtverhogende) aard en/of strekking te zeggen;
en/of te zeggen dat:
althans door woorden van soortgelijke (vertrouwenswekkende en/of aandachtverhogende) aard en/of strekking te zeggen;
en/of te zeggen dat:
althans door woorden van soortgelijke (vertrouwenswekkende en/of aandachtverhogende) aard en/of strekking te zeggen;
3.Bewijsoverwegingen
verreoverschreed (vgl. Hoge Raad 9 februari 1971, NJ 1972, 1). De rechtbank is van oordeel dat de gedragingen van verdachte hieraan voldoen. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking de aard en de inhoud van de mededelingen, te weten het melden van een (gruwelijke) dood van een of meer familieleden, alsmede dat verdachte telkens al tijdens de gesprekken is geconfronteerd met hevige emoties van de aangevers/aangeefsters.
eenfeitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 1] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het aanhoren van een telefonische mededeling dat haar moeder bij een woningoverval door meerdere messteken om het leven was gebracht en dat de dader(s) een briefje had(den) achtergelaten met daarop in het Arabisch de tekst "Uw dochters zijn de volgende",
ofde door verdachte gebelde persoon even kon gaan zitten;
eenfeitelijkheid wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het aanhoren van een telefonische mededeling dat er verschrikkelijk nieuws was en dat het om haar moeder ging,
ofde door verdachte gebelde persoon kon gaan zitten;
eenfeitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 3] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het aanhoren van een telefonische mededeling dat haar moeder was overleden en dat er een moordonderzoek was gestart en dat er een stomp voorwerp met bloed daarop naast het hoofd van haar moeder was gevonden en dat die [slachtoffer 3]
de volgendemiddag om 17:00 uur haar moeder kon identificeren,
eenfeitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 4] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het aanhoren van een telefonische mededeling dat zijn moeder was overleden aan een hartstilstand en dat zijn moeder op straat was gevonden,
eenfeitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 5] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het aanhoren van een telefonische mededeling dat er een overval heeft plaatsgevonden in de woning van haar ouders en haar moeder daarbij een acute hartstilstand heeft gehad en direct is overleden en haar vader door het hoofd is geschoten en kort daarna is overleden,
ofde door verdachte gebelde persoon even kon gaan zitten;
eenfeitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 6] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het aanhoren van een telefonische mededeling dat haar moeder was overleden aan een hartaanval en dat het waarschijnlijk geen natuurlijke dood was omdat haar moeder hoofdwonden had en dat het zusje van die [slachtoffer 6] niet gebeld kon worden omdat die door haar hoofd was geschoten,
eenfeitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 7] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het aanhoren van een telefonische mededeling dat haar moeder is gevonden in haar huis en dat haar moeder was overleden aan een hartstilstand en dat hij zojuist het bericht kreeg dat haar moeder toch nog een hartslag had en direct daarachteraan vertelde dat haar moeder toch niet meer leefde en dat het mogelijk om een moord zou gaan,
eenfeitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 8] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het aanhoren van een telefonische mededeling dat haar moeder dood was aangetroffen en met meerdere kogels was vermoord door jihadisten en dat er ook een jongentje was aantroffen bij het lijk van haar moeder en dat de daders een briefje met islamitische teksten op het hoofd van haar moeder hadden geplakt,
eenfeitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 9] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het aanhoren van een telefonische mededeling dat haar moeder die ochtend was overleden aan een hartstilstand en dat het lichaam was overgebracht naar het UMC Amsterdam en dat zij daar om 17:00 uur het lichaam moest identificeren, anders zou het lichaam overgedragen worden aan de Staat,
eenfeitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 10] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het aanhoren van een telefonische mededeling dat haar moeder was overleden,
ofde door verdachte gebelde persoon even kon gaan zitten;
eenfeitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 11] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het aanhoren van een telefonische mededeling dat haar man was overleden aan een acute hartstilstand en dat men nog geprobeerd heeft haar man te reanimeren en dat er sprake was van een auto-ongeluk en dat haar zoon ernstig trauma had opgelopen,
eenfeitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 12] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het aanhoren van een telefonische mededeling dat twee van haar kinderen waren overleden en iets over een overval met kogels,
eenfeitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 13] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het aanhoren van een telefonische mededeling dat haar moeder was overleden aan een acute hartstilstand,
eenfeitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 14] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het aanhoren van een telefonische mededeling dat haar moeder was overleden en dat haar moeder tijdens een beroving was neergestoken,
eenfeitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 15] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het aanhoren van een telefonische mededeling dat zijn dochter was aangereden bij een kruispunt in Almere en dat de dader is doorgereden en dat zijn dochter is overleden,
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De strafoplegging
7.De vorderingen van de benadeelde partijen / de schadevergoedingsmaatregel
- een bedrag groot
- een bedrag groot
- een bedrag groot
- een bedrag groot
- een bedrag groot
- een bedrag groot
- een bedrag groot
- een bedrag groot
- een bedrag groot
- een bedrag groot
8.De vordering tenuitvoerlegging
9.De toepasselijke wetsartikelen
10.De beslissing
3 (drie) jarenvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
60 (zestig) dagen;
een werkstraf voor de duur van 30 (dertig) uren;
[slachtoffer 3]toe en veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [slachtoffer 3] een bedrag van
€ 150,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 2 maart 2015 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
€ 150,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 februari 2015 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
€ 150,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 2 maart 2015 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
€ 150,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 februari 2015 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
€ 150,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 februari 2015 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
€ 150,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 19 februari 2015 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
€ 150,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 19 februari 2015 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
€ 150,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 3 maart 2015 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
€ 165,17,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 19 februari 2015 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;