ECLI:NL:RBDHA:2016:4868
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.D. Bellaart
- P. Lahman
- Rechtspraak.nl
Voorziening in de voogdij na overlijden gezagsdrager; verzoek tot benoeming testamentair voogden afgewezen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 mei 2016 uitspraak gedaan over de voogdij van twee minderjarigen na het overlijden van hun moeder. De moeder, die op 10 december 2015 overleed, had in haar testament de beoogde testamentair voogdes benoemd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de testamentaire voogdij niet kan worden uitgevoerd, omdat de moeder op het moment van haar overlijden niet in staat was om het gezag uit te oefenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder, door haar psychische problemen en verslavingsproblematiek, niet in het belang van de kinderen kon handelen. De rechtbank heeft daarom besloten om de Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden te benoemen tot voogdes over de minderjarigen, in plaats van de beoogde testamentair voogdes en haar echtgenoot. De rechtbank heeft het belang van de kinderen vooropgesteld en geoordeeld dat het in hun belang is om bij hun grootmoeder te blijven, die hen al een tijd verzorgt. De rechtbank heeft de verzoeken van de beoogde testamentair voogdes en haar echtgenoot afgewezen en de beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.