ECLI:NL:RBDHA:2016:4597

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 april 2016
Publicatiedatum
26 april 2016
Zaaknummer
C/09/470466 / FA RK 14-5755
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige voor DNA-onderzoek in vaderschapskwestie

In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 25 april 2016, wordt een verzoek behandeld tot ontkenning van het vaderschap van [legitimate vader] en de vaststelling van het vaderschap van de man over drie minderjarigen. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder verzoekschriften en correspondentie van de betrokken partijen. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. K.J. Kerdel, heeft verzocht om een DNA-onderzoek om de biologische afstamming van de minderjarigen vast te stellen. De moeder van de minderjarigen, die in de Verenigde Staten woont, is opgeroepen maar niet verschenen, terwijl [legitimate vader] niet op de juiste wijze is opgeroepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de minderjarigen in Nederland verblijven, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is. De rechtbank overweegt dat het recht van de staat Florida van toepassing is op de ontkenning van het vaderschap, terwijl Nederlands recht van toepassing is op de vaststelling van het vaderschap. De rechtbank beveelt een DNA-onderzoek aan om de afstamming van de minderjarigen vast te stellen en houdt verdere beslissingen aan in afwachting van de resultaten van dit onderzoek. De deskundige die het onderzoek zal uitvoeren is dr. W. van Gils van Verilabs Nederland B.V. De rechtbank heeft ook de kosten van het onderzoek geregeld en een termijn gesteld voor het indienen van het rapport.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 14-5755
Zaaknummer: C/09/470466
Datum beschikking: 25 april 2016 (bij vervroeging)

Ontkenning vaderschap / Gerechtelijke vaststelling vaderschap

Beschikking op het op 18 juli 2014 ingekomen verzoek van:

[de man] ,

de man,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. K.J. Kerdel te ’s-Gravenhage.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende in de Verenigde Staten van Amerika.
Arjéh Benjamin BAUMGARTEN,advocaat te ’s-Gravenhage, in zijn hoedanigheid van bijzondere curator over de minderjarigen:
[de minderjarige 1] ,geboren op [geboortedatum]
[de minderjarige 2] ,geboren op [geboortedatum] ,
[de minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] ,
allen te [geboorteplaats] , Verenigde Staten van Amerika.

[legitimate vader] ,

hierna te noemen: [legitimate vader] ,
vermoedelijk wonende in de Verenigde Staten van Amerika.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift van de man, met producties;
- een brief d.d. 29 augustus 2014, met bijlagen, van de zijde van de man;
- een brief d.d. 26 september 2014, met bijlagen, van de zijde van de man;
- het verweerschrift tevens verzoekschrift van de bijzondere curator;
- een brief d.d. 5 november 2014, met bijlagen, van de zijde van de man;
- een brief d.d. 9 maart 2015 van de zijde van de man;
- faxberichten d.d. 8 en 14 april 2015 van de zijde van de man;
Op 12 april 2016 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de man met zijn advocaat, vergezeld van [naam] , tolk in de Engelse taal, en [naam] , werkzaam bij de Kesslerstichting, en de bijzondere curator. De moeder is
opgeroepen op het van haar bekende adres in de Verenigde Staten van Amerika. Uit een door de advocaat van de man overgelegde emailbericht volgt dat de vrouw op de hoogte is van deze procedure. Aangezien zij niet beschikt over een geldige verblijfstitel aldaar kan zij niet ter terechtzitting aanwezig zijn.
[legitimate vader] is eveneens niet ter terechtzitting verschenen. [legitimate vader] is niet op de daartoe voorgeschreven wijze, namelijk in de Staatscourant, opgeroepen.
De minderjarigen hebben op 12 april 2016 in raadkamer hun mening aan de rechtbank kenbaar gemaakt.

Verzoek en verweer

Het verzoekschrift strekt tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap van [legitimate vader] en tot vaststelling van het vaderschap van de man over de minderjarigen, zulks niet eerder dan dat de afstamming van de minderjarigen uit DNA-onderzoek is gebleken.
De bijzondere curator heeft namens de minderjarigen daartoe aangevoerd dat naar alle waarschijnlijkheid niet [legitimate vader] maar de man de verwekker van de minderjarigen is.

Feiten

De hierna vermelde feiten vinden bevestiging in het dossier.
- Bij beschikking van deze rechtbank d.d. 14 augustus 2014 is, op verzoek van de man tot benoeming van een bijzondere curator op grond van artikel 1:212 van het Burgerlijk Wetboek (BW), mr. A.B. Baumgarten voornoemd benoemd tot bijzondere curator.
  • Op 6 december 1996 is de moeder te Florida, Verenigde Staten, gehuwd met [legitimate vader] .
  • Op 6 juli 2000 zijn de man en de moeder op Curaçao met elkaar gehuwd.
  • Uit de moeder zijn staande beide huwelijken de drie minderjarigen geboren.
  • Bij beschikking van 14 juli 2014 is door het 'Circuit Court' van het elfde district in Miami-Dade County, Florida, Verenigde Staten, de ontbinding van het huwelijk van de moeder en [legitimate vader] uitgesproken.
  • Bij beschikking van 18 januari 2016 van deze rechtbank is de man (onder meer) niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek de echtscheiding tussen hem en de moeder uit te spreken nu dat huwelijk niet kan worden erkend en is voor recht verklaard dat de man het gezag uitoefent over de minderjarigen en dat de moeder is geschorst in het gezag over de minderjarigen.
  • De man heeft blijkens basisregistratie personen de Nederlandse nationaliteit.
  • De vrouw heeft blijkens (een afschrift van) de huwelijksakte van 6 juli 2000 de Hondurese nationaliteit.
  • De minderjarigen zijn - in elk geval - Amerikaans burger.
  • De minderjarigen verblijven sinds 2012 bij de man in Nederland.
- Op 6 maart 2012 heeft de man bij deze rechtbank een verzoek ingediend op grond van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) tot vaststelling van de Nederlandse nationaliteit van de minderjarigen. Op dit verzoek is nog niet beslist.

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu de man en de minderjarigen in Nederland hun gewone verblijfplaats hebben, is de Nederlandse rechter bevoegd om van de verzoeken kennis te nemen.
Gelet op de stukken in het dossier en de verklaring van de man ter terechtzitting gaat de rechtbank ervan uit dat [legitimate vader] naar alle waarschijnlijkheid Amerikaans burger is, ten tijde van de geboorte van de minderjarigen woonachtig was te Florida, Verenigde Staten van Amerika en op dat moment niet (tevens) de Hondurese nationaliteit had. Ingevolge artikel 10:93 jo. artikel 10:92 BW, is derhalve Amerikaans recht, en meer in het bijzonder het recht van de staat Florida, op het verzoek tot ontkenning van het vaderschap van toepassing.
Ingevolge artikel 10:97 BW past de rechtbank Nederlands recht toe op het verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Nu de man en de moeder geen gemeenschappelijke nationaliteit of woonplaats hebben, geldt immers het recht van de staat van het verblijf van de minderjarigen ten tijde van de indiening van het verzoekschrift, te weten Nederland.
Vaderschap over de minderjarigen
Allereerst dient vastgesteld te worden wie op dit moment de wettige vader van de minderjarigen is, de man of [legitimate vader] .
Ten aanzien van de status van de man geldt dat de moeder op 21 februari 2012 heeft ingestemd met de uitoefening van het gezag door de man
(power of custody)en dat de man op 18 september 2013 een
“Acknowledgement of Paternity” heeft getekend, waarbij de man heeft verklaard de biologische vader van de minderjarigen te zijn en daarmee bepaalde rechten en plichten ten aanzien van de minderjarigen heeft erkend. Het 'Circuit Court' te Florida heeft op 14 juli 2014 de echtscheiding uitgesproken tussen de moeder en [legitimate vader] en heeft op basis van voormelde stukken en de verklaring van de moeder daarbij geen beslissing genomen over het gezag van bovengenoemde minderjarigen of andere regelingen betreffende deze minderjarigen. Verder is gebleken dat de minderjarigen blijkens afschriften van de geboorteakten van meet af aan de achternaam van de man hebben gedragen. Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat sprake is van vaderschap van de man over de minderjarigen in de vorm van “paternity”.
Dit vaderschap is evenwel niet gelijk aan het wettig vaderschap. De rechtbank overweegt dat het recht van de staat Florida onderscheid maakt tussen wettig vaderschap (legitimacy) en vaderschap (paternity). Volgens het recht van de staat Florida is een kind dat geboren wordt tijdens een rechtmatig huwelijk een “legitimate” kind van de man met wie de moeder is gehuwd. Naar het oordeel van de rechtbank is [legitimate vader] derhalve de “legitimate” vader van de minderjarigen.
Ontkenning vaderschap
Het is de rechtbank bekend dat volgens het recht van Florida ontkenning van het (wettig) vaderschap (nog) mogelijk is. Het is weliswaar de vraag of de man, als 'putative father' dit verzoek kan doen, maar op het verzoek van de bijzonder curator namens de kinderen is ontkenning in ieder geval mogelijk. De grondslag voor een dergelijk verzoek is dat de man niet de biologische vader van het kind is. Ter onderbouwing van het verzoek dient een wetenschappelijke test te worden overgelegd waaruit de waarschijnlijkheid van het (biologische) vaderschap blijkt. De rechtbank begrijpt hieruit dat teneinde een beslissing op een verzoek tot ontkenning van het vaderschap te kunnen nemen naar het recht van de Florida in beginsel een DNA-onderzoek is vereist.
Gerechtelijke vaststelling vaderschap
De rechtbank is van oordeel dat de minderjarigen er belang bij hebben dat ook het wettig vaderschap van de man wordt vastgesteld, zodat de juridische realiteit in overeenstemming wordt gebracht met de feitelijke realiteit. De minderjarigen wensen dit ook.
Volgens vaststaande jurisprudentie dient aan de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap - bij voorkeur - een DNA-onderzoek vooraf te gaan, opdat het vaderschap met zekerheid kan worden vastgesteld.
Het (wettig) vaderschap van de man kan naar Nederlands recht eerst worden vastgesteld na ontkenning van het (wettig) vaderschap van [legitimate vader] (naar het recht van de staat van Florida).
DNA-onderzoek
Op dit moment is nog geen genetisch onderzoek naar de afstamming van de minderjarigen verricht. De man, die op grond van de beschikking van deze rechtbank van 18 januari 2016 het gezag zoals dat voortvloeit uit zijn vaderschap naar het recht van de staat Florida over de minderjarigen uitoefent, is bereid mee te werken aan een DNA-onderzoek teneinde de afstamming van de minderjarigen te laten testen. De rechtbank zal, teneinde te kunnen komen tot een ontkenning van het (wettig) vaderschap van [legitimate vader] (naar het recht van Florida) en de vaststelling van het vaderschap van de man (naar Nederlands recht), na te melden deskundigenonderzoek bevelen.
Nu de bewijslast op de man en de minderjarigen rust, zullen de kosten van het onderzoek voorshands door de man, mede in zijn hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarigen, dienen te worden gedragen. Nu hem een toevoeging is verleend, zal hem ter zake van het deskundigenonderzoek geen voorschot worden opgelegd.
Aanhouding beslissingen
Een beslissing op de afstammingsverzoeken, alsmede een beslissing omtrent de kosten van het deskundigenonderzoek, zal in afwachting van het deskundigenrapport, worden aangehouden.
De rechtbank merkt daarbij op dat zij ten aanzien van de kosten van het deskundigenonderzoek kennis heeft genomen van het mondeling ter terechtzitting gedane verzoek van de bijzondere curator om de moeder te veroordelen in (een deel van) die kosten.
Oproeping [legitimate vader]
De rechtbank heeft pogingen ondernomen om het verzoek aan [legitimate vader] , via het bij de rechtbank bekende adres, kenbaar te maken. Nu bericht is ontvangen dat de zending aan [legitimate vader] is geretourneerd staat niet vast dat het verzoek [legitimate vader] heeft bereikt. Evenmin bestaat enige zekerheid omtrent het opgegeven adres. Gelet hierop zal de griffier ervoor moeten zorgdragen dat [legitimate vader] alsnog op de juiste wijze wordt opgeroepen via de Staatscourant, zulks tegen de hierna vermelde terechtzitting.
Procedure op grond van de RWN
Nu sprake is van samenhang tussen de onderhavige procedure en het door de man ingediende verzoek op grond van de RWN zal de rechtbank beide zaken gelijktijdig op de hierna vermelde zitting behandelen.
Gelet op het voorgaande beslist de rechtbank als volgt.

Beslissing

De rechtbank:
beveelt een onderzoek door een deskundige van het DNA van:
1. de man: [de man] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Nederlandse Antillen;
2. de minderjarigen: [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum]
[de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] ,
[de minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum] ,
allen te [geboorteplaats] , Verenigde Staten van Amerika,
en legt aan deze deskundige de vraag voor welke conclusie er aan de hand van zijn bevindingen moet worden getrokken ten aanzien van het eventuele verwekkerschap van de man;
benoemt tot deskundige die het onderzoek zal verrichten en de bovenstaande vraag zal beantwoorden:
dr. W. van Gils, verbonden aan Verilabs Nederland B.V., Einsteinweg 5, 2333 CC Leiden (telefoonnummer 071-5284696), postadres: Verilabs Nederland B.V., Postbus 1336, 2302 BH Leiden;
bepaalt dat hangende de procedure het ten laste van ’s-Rijks kas betaalde deel van de kosten van het onderzoek voorlopig aan de man in debet zal worden gesteld;
bepaalt dat de benoemde deskundige een schriftelijk, gemotiveerd en ondertekend
Een termijn van 3 maanden na dagtekening beschikkingbericht omtrent zijn onderzoek uiterlijk op 15 juni 2016, vergezeld van zijn declaratie zal zenden naar de griffie van deze rechtbank, team Familie, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag;
bepaalt dat de griffier van deze rechtbank een afschrift van deze beschikking aan de deskundige zendt;
bepaalt dat de behandeling van het verzoek tot ontkenning van het vaderschap van [legitimate vader] en vaststelling van het vaderschap van de man, in afwachting van het resultaat van het hiervoor bevolen deskundigenonderzoek, zal worden voortgezet op de terechtzitting van
12 juli 2016 te 13.30 uuren dat gelijktijdig met de onderhavige procedure de procedure bekend onder zaaknummer C/09/414785 / HA RK 12/129 zal worden behandeld;
gelast de griffier de gewone oproeping van de man en de bijzondere curator in de onderhavige procedure tegen de hiervoor vermelde terechtzitting, en de oproeping van [legitimate vader] tegen deze terechtzitting, in de Staatscourant;
bepaalt dat partijen bescheiden waarop zij zich in de onderhavige procedure ter terechtzitting willen beroepen uiterlijk tien dagen vóór de dag der terechtzitting in afschrift aan de wederpartij en aan de rechtbank moeten doen toekomen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. I.D. Bellaart, J.M. Vink en O.F. Bouwman, tevens kinderrechters, bijgestaan door V. van den Hoed-Koreneef als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 april 2016.