Op 28 april 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een 40-jarige man die beschuldigd werd van opzettelijke brandstichting op 24 juli 2015 te Rijswijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met bladeren in een stallingsruimte van een schoolgebouw, wat heeft geleid tot gemeen gevaar voor de goederen in dat pand. Tijdens de zitting op 14 april 2016 heeft de verdachte bekend dat hij het feit heeft gepleegd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, mr. L.A. Pronk, en de verdediging van de raadsman, mr. A.B. Baumgarten, in overweging genomen.
De rechtbank heeft vervolgens pro justitia-rapporten van deskundigen beoordeeld, waaruit bleek dat de verdachte lijdt aan een verstandelijke beperking en een autistiforme stoornis. Deze stoornissen beïnvloeden zijn gedragskeuzes en maken hem volledig afhankelijk van externe structuur en toezicht. De deskundigen hebben geconcludeerd dat de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar is, wat betekent dat hij niet strafbaar kan worden gesteld voor het bewezen verklaarde feit.
De rechtbank heeft daarom besloten de verdachte van alle rechtsvervolging te ontslaan. Tevens is er geen TBS met voorwaarden opgelegd, omdat de verdachte niet in staat is om aan voorwaarden te voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het opleggen van TBS met voorwaarden niet wenselijk is, gezien de situatie van de verdachte. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op 28 april 2016.