Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 maart 2015 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis van 20 mei 2016, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 19 juni 2015, gehouden in de woning van [eiser] ;
- de akte uitlaten met producties zijdens Stadspodia;
- de antwoordakte zijdens [eiser] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
niet per sesprake hoeft te zijn van een stadscentrum, maar dat
waarschijnlijk(slechts) sprake is van een stedelijk gebied, zonder dat nader te onderbouwen. Die nadere onderbouwing mocht wel van hem worden verlangd, nu hij zich beroept op de strengere voorwaarden die in de Richtlijn NSVV 2004 zijn geformuleerd voor een stedelijk gebied.
dierichtlijn. Zoals onder 4.2 voorop is gesteld rust de stelplicht van het onrechtmatige karakter van de lichthinder immers op [eiser] .
nietdoor het licht van de beeldschermen wordt verlicht. Gelet op die verklaring is de hoeveelheid licht die de woning van [eiser] bereikt kennelijk beperkt, hetgeen, met de in 4.3 - 4.6. besproken omstandigheden in samenhang bezien, in de weg staat aan de conclusie dat die lichtinval door [eiser] niet hoeft te worden geduld.
1.130,00(2,5 punten × tarief € 452,00)