Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Het onderzoek ter zitting is voortgezet op 31 maart 2016. Eiser en zijn gemachtigde zijn verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde mr. E.P.C. van der Weijden voornoemd.
Overwegingen
Het beroep tegen het besluit tot afwijzing van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd
Daarnaast heeft eiser zich vrijwillig bij een asielzoekerscentrum gemeld voor het indienen van een asielaanvraag, waaruit volgt dat geen risico bestaat dat hij zich aan het toezicht zal onttrekken.
De beroepsgrond slaagt niet.
De beroepsgrond slaagt niet.
De beroepsgrond slaagt niet.
De beroepsgrond slaagt niet.
De beroepsgrond slaagt niet.
Hoewel met het besluit van 14 maart 2016 sprake is van een nieuwe wettelijke grondslag aan de eerder aan eiser opgelegde maatregel van bewaring, is, gelet op het voorgaande, geen sprake van andere vereisten voor toepassing van de maatregel, zodat het besluit van 14 maart 2016 tot toepassing van artikel 59, eerste lid, onder a, Vw dient te worden aangemerkt als voortzetting van de eerder aan eiser opgelegde maatregel op grond van artikel 59b, eerste lid, Vw (vergelijk de uitspraak de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 27 januari 2005, 200409209/1, AB 2005, 192).
De uitspraak van de Afdeling van 30 maart 2016 (201506839/1/V3, www.raadvanstate.nl) leidt in dit geval niet tot een ander oordeel, nu in de zaak die heeft geleid tot die uitspraak sprake was van een omzetting van de grondslag van de maatregel van bewaring op grond van artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder c, Vw naar artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, Vw. In die zaak gold derhalve voor de toepassing van de maatregel op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, Vw, anders dan in onderhavige zaak, voor het eerst het vereiste dat een risico bestaat dat de vreemdeling zich aan het toezicht zal onttrekken.
Nu sprake is van een voortzetting van de eerder op 26 februari 2016 aan eiser opgelegde maatregel van bewaring, en een eerder beroep tegen die maatregel door de rechtbank ongegrond is verklaard, dient onderhavig beroep te worden aangemerkt als een vervolgberoep als bedoeld in artikel 96 Vw.
De beroepsgrond slaagt niet.
De beroepsgrond slaagt niet.
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.