Uitspraak
Rechtbank den haag
1.de Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid “Nederlandse Woonbond”,
[eiseres sub 2] ,
[eiser sub 3] ,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak vorderden eisers, waaronder de Vereniging Nederlandse Woonbond, de Staat der Nederlanden om de verwerking van persoonsgegevens van huurders te stoppen en om informatie te verstrekken over de handelingen van de Belastingdienst met betrekking tot inkomensindicaties. De eisers stelden dat de verwerking van persoonsgegevens in strijd was met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en dat er geen wettelijke basis was voor de Belastingdienst om deze gegevens te verwerken. De rechtbank oordeelde dat de eisers niet-ontvankelijk waren in hun primaire vorderingen, omdat de Wbp voorziet in een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang. De rechtbank verwees naar een eerdere uitspraak waarin werd vastgesteld dat de bestuursrechter bevoegd was in dergelijke zaken. De subsidiaire vordering van eisers om stukken op te vragen werd afgewezen, omdat niet aan de voorwaarden voor toewijzing was voldaan. De rechtbank veroordeelde eisers in de kosten van het geding. Dit vonnis werd uitgesproken op 4 april 2016.