Uitspraak
Rechtbank Den HAAG
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 1 februari 2016;
- het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 26 februari 2016;
- de producties van partijen.
2.De feiten
‘De werknemer is verplicht schriftelijk toestemming te vragen voor het aannemen of uitbreiden van gehonoreerde nevenfuncties’.
’
‘Kosten [verweerder] over[11 of 12]
speeldagen incl. kosten’.
11 speeldagen + kosten van rene voor de onder 19 competitie trainingen op de woensdagen, dave website en camera kosten betreft trainingen inclusief btw’
was op zondag bij mij in dienst, niet bij de SWSDH. Ik kan mij niet voorstellen dat [verweerder] zich dubbel liet uitbetalen. (…) Ik begrijp dan ook niet wat [verweerder] op het rooster van SWSDH doet op de zondag en wat voor werkzaamheden dat moeten zijn geweest. (…) De ZVSL scholencompetities hebben niets te maken met de SWSDH, maar zijn projecten van Sportsupport. Daarom is het ook logisch dat er vanuit Sporting nog facturen worden gestuurd. (…)’
stelt vervolgens dat OJo[ [OJ] ]
liegt als hij stelselmatig zegt dat WSDH niets te maken heeft met de ZVSL. In 2012, bij de start van SSa’s dienstverband bij WSDHG, is expliciet afgesproken dat de ZVSL deel uitmaakt van de werkzaamheden van SSa bij WSDH. Aanwezig bij die afspraak waren SSa en OJo, alsmede [HH] van WSDH en [BE] van de KNVB.
Vanaf seizoen 2013-2014 zijn die gelden uitbetaald aan Rebaz en aan trainers van Sporting. SSa zegt alleen als tussenpersoon te hebben gefunctioneerd tussen OJo en de uitvoerders.
stelt vervolgens dat het dus eenvoudig moet zijn om dit te controleren, namelijk in de boekhouding van SV Sporting. SSa beaamt dat. RWi spreekt daarom af dat hij het bestuur van Sporting zal vragen om inzage in de boekhouding, specifiek met betrekking tot de geldstromen uit de ZVSL-subsidies. (…)’
Ja, dat denk ik wel, dat ik dat met hem heb afgesproken.
Ja, ik kreeg te maken met projecten binnen het knooppunt, dat is een internaat dat valt onder jeugdzorg, een soort rebound-school en daar wilden wij, [OJ] en ik, extra workshops verzorgen aan kinderen met een probleemgeval. Misschien kan ik stukken achterhalen, zal ik even uitzoeken.(…)
Ik weet het niet meer precies. (…)
Ja, klopt.
Ik zelf heb dat gedaan.
Deels op mij en deels op de vrijwilligers (…) Geld is niet volledig naar mij toegegaan, voor een deel was het mijn vergoeding. (…) 50 euro bruto per uur voor de 10 uur die ik extra werkte. (…) [BE] wist dit ook. Niet zozeer het tarief, maar voordat ik in dienst kwam bij WSDH is die 10u extra besproken en dat vond de werkgever geen probleem.(…)
Alle activiteiten.
Dit zijn de stafkosten, 50 euro per vrijwilliger.
SpDH?) Alles wat u op papier ziet en wat ik u vertel komt niet overeen, alles is chaotisch.
Die jaarverslagen kloppen niet. (…)’
- Naar mijn stellige overtuiging zijn tussen WSDH, de KNVB, [verweerder] en de gemeente Den Haag op geen enkel moment afspraken gemaakt die hiervan afwijken. (…)
- Als [verweerder] stelt dat hij met [OJ] andere of afwijkende afspraken heeft gemaakt, dan is mij daarvan niets bekend.
- Ik heb niet met [verweerder] afgesproken, zoals hij beweert (…), dat de ZVSL-scholen competities O-15 en O-17 buiten zijn dienstverband met WSDH zouden blijven. Mij is ook niet bekend dat de werkzaamheden op zondag, verband houdende met die O-15 en O-17 scholencompetities, na 1 juni 2012 door de gemeente Den Haag aan [verweerder] zijn opgedragen. Ik bestrijd zodoende het bestaan van die door [verweerder] gestelde afspraak omdat -als gezegd- alle ZVSL activiteiten sinds 1 juni 2012 tot de taak en opdracht van [verweerder] als [functie] van WSDH behoorden.
- Ik weet niet beter dan dat de werkzaamheden die [verweerder] op zondag (en gedurende de week) in het kader van scholencompetities heeft verricht, enkel en alleen verband hielden met zijn dienstverband bij WSDH.
Ik heb begin december 2015 ervan kennis genomen dat [verweerder] is gaan stellen dat voor of bij zijn indiensttreding bij WSDH, per 1 juni 2012, een separate afspraak zou zijn gemaakt die inhoudt dat [verweerder] naast zijn dienstverband bij WSDH, in opdracht van de gemeente Den Haag, 10 uur arbeid extra per week verricht ten aanzien van ZVSL-activiteiten.
Mij is die door [verweerder] gestelde afspraak (…) niet bekend. Evenmin is mij bekend dat onderdeel van die afspraak zou zijn, dat [verweerder] voor die 10 uur extra werkzaamheden per week, van de gemeente Den Haag honorering ontvangt. Laat staan een bedrag van € 50,-- voor elk gewerkt uur, zodoende
- Ik ben niet ermee bekend dat [verweerder] na 1 juni 2012 van de gemeente Den Haag, rechtstreeks of via derden, voor ZVSL-activiteiten (welke ook) enige betaling heeft ontvangen.
- Volgens mij is WSDH evenmin met die door [verweerder] gestelde afspraak bekend, anders zou WSDH mij daarvan wel op de hoogte hebben gesteld.
- Het standpunt van [verweerder] (…) dat WSDH een dergelijke afspraak “geen probleem” zou hebben gevonden, acht ik zeer onwaarschijnlijk.
- Ik heb, nadat [verweerder] per 1 juni 2012 in dienst trad bij WSDH, hem aangesproken op het feit dat het wenselijk en noodzakelijk is dat [verweerder] terugtreedt als [functie] van Sporting Den Haag. Ik heb [verweerder] gezegd dat die rol niet te verenigen is met zijn functie en rol als [functie] van WSDH.
- [verweerder] heeft hierop omstreeks medio 2013 actie ondernomen en heeft mij bericht dat hij was teruggetreden als [functie] van Sporting Den Haag.(…) Ik heb dit destijds, medio 2013, doorgegeven aan de KNVB die dit intern geregistreerd heeft. (…)’
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
nietregistreerde bij WSDH, en dat de ZVSL-scholencompetities buiten het dienstverband met WSDH vielen, hetgeen beide aantoonbaar onjuist is. Het is dan ook niet duidelijk wat het horen van [OJ] zou kunnen bijdragen aan de waarheidsvinding, nu [OJ] kennelijk niet (volledig) op de hoogte is van de feiten. Indien [verweerder] nog ander bewijs zou hebben aangaande de gestelde extra werkzaamheden of de afspraak met WSDH dan had hij die direct kunnen en moeten overleggen. De kantonrechter ziet daarom geen aanleiding [verweerder] alsnog in de gelegenheid te stellen van zijn stellingen bewijs te leveren.