Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 maart 2016 in de zaak tussen
[Stichting X], te [plaats] , belanghebbende
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 maart 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, [Vereniging X], [eiser A] en [eiser B], en het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg. De zaak betreft de weigering van het college om handhavend op te treden tegen het gebruik van een gebouw voor levensbeschouwelijke activiteiten, dat in gebruik is als moskee. Eisers hebben in 2014 een handhavingsverzoek ingediend, maar het college heeft dit verzoek afgewezen. Eisers hebben hiertegen beroep ingesteld, dat op 2 juli 2015 ter zitting is behandeld. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en eisers in de gelegenheid gesteld hun beroepsgronden aan te vullen. De rechtbank heeft vervolgens op 15 februari 2016 een nadere zitting gehouden.
De rechtbank oordeelt dat het college terecht heeft geweigerd handhavend op te treden. De rechtbank stelt vast dat het gebruik van het gebouw voor religieuze activiteiten past binnen de bestemming 'Maatschappelijk' van het bestemmingsplan. De rechtbank concludeert dat er geen strijdigheid is met het bestemmingsplan en dat het college geen overtredingen van verkeersregels heeft waargenomen. De rechtbank verklaart het beroep van eiser [eiser B] niet-ontvankelijk en het beroep van [Vereniging X] en eiser [eiser A] ongegrond. De rechtbank wijst erop dat er voldoende parkeergelegenheid aanwezig is en dat het parkeren op de openbare weg niet in strijd is met het bestemmingsplan. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 28 maart 2016.